gedaante geeven van eenen Haane- ©f Hoender»
xvofu kop; terwyl het laatfte, welks Bloemblaadje®
H o o f d egaal zyn, als met Haanekammen praalt.. Dit
stok. bijiyjjt; (]e Geflagtsbénaaming.
iüge.Kma Zonderling komt het voor, dat men in de-
Westind ën naauwlyks eenige Soort van dit
Geflagt aantreft , terwyl *ér zo veelen zyn io
Oostindie. Behalve de eerfte, Alhctgi gebynaamd,
die op Puinige plaatfen in Egypte gemeen was*
vondt de Heer F o b s k a o h l in Arabie eea
Hedyfarum Lappaceum , dus genaamd ora dat
de Hoofdjes, als Klisfen, aan de Kleeders hangen
bleeven, en een Violaceum, wegensde Kleur
der Bloemen , beiden leggende Planten, met ge~
wrichte Haauwtjes. W y hebben gezien, dat
ook veele Soorten de Zaadhuisjes hébben vaneen
enkel Leedje»
Kefararu» In September deezes jaars 177S, te Leiden
Bewegend zynde , beeft de vermaarde HoogTeeraar D.
Haanckoji. van R o v e n , in de Akademie - Tuin aldaar ,
my een nieuwlings ontdekte Soort getoond, die
genoemd werdt Hedyfarum motorium; wegens
een by5.ondcre beweeging naauwlyks in eenige
andere Plant bekend, welke in deszelfs Bladen
plaats heeft. Het Kruid was omtrent anderhalf
Voethoog, Takkig, met lang gefteelde, Lancetvormig
Eyronde Bladen, ongevaar drie Duimen
lang en drie Kwartier Duims breed, met
fpitfe Stoppeltjes wederzyds. Aan het begin heeft
iéder Blad twee zeer kleine Blaadjes, als Ooren,
welke by wylen elkander naderen en wederafwy
wyken, keerendezig de Bladen met hunne puu- IV.
ten naar de Z od. In de Hortus, alhier, vind ik
thans ook een zeer klein Plantje daar van. Hoofdstu
k .
Dtca%-
dria.
H.
Indigofera
trifoii&ta•
Driebladig.
I n d i g o f e r a . Indigo.
De Haauwen zyn fmal en gelyk in dit Ge-
Ilagt, welks Bloemen aan den Kiel wederzyds
gefpoord voorkomen, met een uitgebreiden Kelk.
fk heb ’er ook reeds agt Soorten van, onder de
Heefters befchréeven ; des nog maar de zes
volgende overblyven.
( a j Indigo met drievoudige Bladen en ongedeelde
zydelingfe Bloemen,
Aan de Kaap der Goede Hope 'groeit dee-
z e , die de Haauwtjes Liniaal, omgeboogen,
vierkantig, aan detegenoverzyden breedst heeft.
( 3 ) Indigo met drievoudige Lancetvormige
Bladen , zeer lange Trosfen en knikkende des.
Haauwen. Ge-aatd.
Deeze, van den zelfden Landaart, voorheen
tot de Cytifus t’huis gebragt, heeft een over-
blyvende Steng , die met drie Ribben, van de
af-
(2) Indigofera Fol. ternatis , Flor. fesfilibus lateralibus.
Am. Aoad. IV. p. 327*
(3} Indirefera Fol. tern. Lanceolatis &c. Am. Ac ad, Vf.
Afr. 37. Cytifus Fforaloides. Sp. Plant. 103.3. Cytifus Af'ti*
canus. B.IV, Tetr. 71. f. 135- Trif. vEthiop, ex Alis fpicJ»
tuin. Pluk, Pbyt. 3*0. f. 3.
Q. 4