$6 D ü B B E tB RO ED E R Ï SE K a ü ' ID S ^
IV. komende en verfchillen aanmerkelyk van elkan-
der niet alleen, maar ook van de voorigen, ge-
H oofd- lyb zelfs de Bynaamen aanduiden. De eerfte
stuk. heeft de doemen paarfch o f donker rood, de
nigef***** tweede w it , de derde uit den groenen roodach-
tig en tot een rond Hoofdje vergaard, gelyk die
plaats heeft in andere Soorten.
De Geflagten van Securidaca, Nisfolia, A*
brus , Pterocarpus, Erythrina, Piscidia, Bor-
botiia, Spartium, Genifta, Aspalathus, Ulex, A-
vnorpha, reeds onder de Boomen en Heefters be-
fchreeven zynde, komen wy thans , onder de
Tienmannigen, tot het Geilagt van
C r o ï a l a r i a . Rammelaar.
Dus wegens het rammelende Zaad in de
Haauwen genaamd, waar van de Kenmerken,
behalve die der Vlinderbloemen, z y n , een gezwollen
Haauw, welke gefteeld is, en famen-
gegroeide Meeldraadjes, met een Spleet van
boven.
’t Geflagt bevat agttien uitheemfche Soorten ,
van welken de twaalf eerften enkelde, de zes
overigen famengeftelde Bladen hebben, als*volgt.
i. ( i ) Rammelaar met door groeide Hartvormige
perfora^ B M m '
Dootboor* Dee*
de.
( i) Crotalatia Fol. peifoliatis Cordatis denticulatis. Sy/l.
Nat. X'i'i. Gen. %6i. p. 477. Vtg. X l l l , p. 740. Mant.
439* Crot. Fol. pet. ovatis inargine fcabris. Am. Acad. vi.
Aft. 38*
Deeze Kaapfche is een Boompje, dat aan 't IV.
end der Takken geele Bloemen, Kroontjeswy*
ze h eeft, met de Vlag van buiten grysach-FIoofd-
tigruig. De Bladen zyn oogfchynlyk doorboord,STUK'
alzo de onderfte Kwabben over elkander h e e n ^ r * ”’
leggen ; gelyk my uit een Tak daar van, die ik
van de Kaap ontvangen heb, en waar van een
gedeelte hier in Fig. 2; op Plaat L X l I , af-
gebeeld is , blykt. Zy zyn f ty f , glad, fraay
geaderd, van Hartvormige figuur, op de kanten
met fcherpe Doornachtige Tandjes. De
Bloemen komen twee op een Steeltje a3n den top
voort, en zyn niet groot. Het Zaadpeultje wordt
gezegd, famengedrukt, glad , niet gefteeld en
fpits te zyn ( * ) .
C 2 ) Rammelaar met T, doorboorde, Hartvormig _ lr- J Tl 1 , 0 Crotalaria
Byronde Bladen. perfoUata.
Dootbladi«1
In Karolina is de Groeiplaats van deeze, welke ge*
de Bladen weezentlyk, gelyk die van het Doorwas
, doorboord en aan den omtrek niet getand
heeft: waar door zy aanmerkelyk van de voorgaande
en volgende verfchilt.
(3^ Rammelaar met Hartvormige, omvatten- xir.
j Antplexi-
J Caulis.
. . . Omvaten)
Am. AcU. VI. p, 94. uts. tende.
f i ) Crotalatia Fol. perforatis C ordatö • óvatis, Crotalatia
Perfoliats falio. Dil l . Elth. 142. T. ioz. f". i i ï .
(3) Crotalatia Fol. Caul. amplexicaulibüs Cord. alternis,
Floralibus oppofiris &C. Am. A;ad. VI. Aft. 39. GeniSa
peifoliata orbiculatis Folüs, Sëb. Thes. I, T. 44. f, j .
G