IV. van Bloemen» Zo wel de eene als de andere
Afdekl Soort valt in Rusland en Siberie overvloedig.
H oofd- Het weinige verlchil in de bepaalingen geeft
stu k. genoegzaam te kennen, éat’deeze beiden zeer
v^ïwyvt- naa met elfearidfar overeenkomen* Het on der-
fcheid der Zaaden, welke in de eerde, volgens
V a il l a n t , witachtig zouden zyn ( * ) , heeft
de Heer G m e l i n bevonden niets uit te doen;
alzo die in de Welriekende ook wel zwartachtig
o f zwart geftreept voorkomen. De laatfte is
gantfch niet zonder Reuk, en daarom.kan.men»
ze altyd zo gemakkelyk niet onderfcbeiden,
Het Kruid is door zyne ongemeen fyne ver-
deeljng en door zyn gebruik zeer bekend, zo
wel als de Bloemen , ’t zy verl'ch o f gedroogd
zynde , tot. een Middel verftrekkende tegen
verfcheide'Kwaaien , inzonderheid Koortfen,
Kolyk, Graveel en allerley Slymige Verftoppin-
gen der Ingewanden. Men kan het Afkookzel
o f Aftrekzel inneemen; gelyk pok de Bloemen,
uitwendig, in Pappen worden opgelegd o f in.Kly-
fteeren gebruikt; maar die van de Edele o f
Rcomfche Kamille , vervolgens te befchry ven ,
zyn uitmuntender Cf). * C )
(*) Matricaria Leucanthemos annua fuaveolens , Chamsme-
li folio. Ovariis albicantibus , noemt VAILLANT deeze, dat
leketlyk Wit achtige Zanden beduidt. Hoe vreemd-eok en hoe
oneigen dit gebruik, van Ovarium voor Ovum. , voorkome:
'moet men zulks de Franfchen, die dikwils wat extrava•
tent in hunne denkbeelden zyn, niet kwaalyk neemen. Van
de andere zegt hy , Ovariis nigricantibus. Ovaria cur nop
Ovula et quid opus eft Ovulis ubi Semina fuppetunt: zegt ten
dien opzigteDiluenius. Vol. I. p. 13*. Ziejfcm, 1740.p. &7°*
p fj Vide Antbemis nebilis, hier agter.
(5 ) Maartel met dubbeld gevinde Bladen en ÏV*
eenzaam Bloemfieelen,
H oOFD-i
D e e ze , die Loof als van het Duizendblad , ÏTOK* .,
met de Blaadjes Zilverkleurig en doorgaans ge- » r .
“paard heeft, is in de Levant door den vermaar- ria Argm-
den T o u r n e f o r t , gevonden en in de Eu-
ropifche Tuinen yoortgeteeld. Zy bereikt on-kIeiulsa*
gevaar anderhalf Voet hoogte.
(6) Maartel met Lancetvormige onverdeelde vr.
gladde fcheeve Bladen. A$tlne*'
bloemige.
Uit Zaad van Penfylvanie is deeze in de Up-
falfcheTuin geteeld. Zy hadt een Steng van twee
Voeten hoogte, met een ttyve Pluim van een-
bloemige Steeltjes, ieder op ’t end een platachtige
gefchubde. Kelk hebbende, met eeg Bloem,
in *e midden geel , aan den omtrek roodachtig
w it: de Zaaden plat, met een vyftandig randje
gekroond.
C o t u l a . Koedillè.
Dit Gellagt heeft den Stoel byna naakt; het
; . , Zaad-
(s) Matricaria Fol, bipinuatis, Pedunc. iblitarüs. fL Cliff',
41$. K. Lugdb. 173. Gouan Montp, 450. Chamimclum Or.
tusanum Millefo'ii folio» TOURNE. Cvr. 17.
(6) Matricaria Fol. Lanceolatis integris glabris obliquis.
Jlfa#t, n s . wiLM. Phil, Trans* 1765. p, 54. Aflet Amcr.
ï l . albo , Folio ta&ucas purpure*. RAj. SttppU 1®».