M o n a d '-e l f H i f i » 7 . *
Dus onderfcheidt thans de Heer L i n w .e ü s
deeze Soorten van Kaapfche Geraniums, cflie- Xv * i^
ver brengt de genen, die te vooren onderfehei- Fïóofd^ •
den waren, tot deeze vier'Hoofdfoorten. H e t^OKy w '
L oo f ondertusfchen is zo verfchillende in by-
zondere Planten , dat men die naauwlyks voor
Verfcheidenheden zou durven aanzien , indien
het niet uit de Afbeelding van S e b a bleek,
dat een zelfde Wortel , van dit flag van Kruid,
volkomen onverdeelde, ovaale en daar tusfchen
geoorde en fyn gefnipperde o f gevinde Bladen
uitgaf. De veranderingen ondertusfchen , in de
gezegde Planten voorkomende, welke ’s Winters
overblyven, houden ftand, De meeften
hebben een Wortel die dik en knobbelig is en
van figuur als een Raap , fomtyds een Vuist
groot, welke, gebraden zynde, vande Hotten-
totten by gebrek van ander Voedzel wordt gegeten.
Het Korianderbladige is Jaarig en heeft
zodanigen Wortel niet. Het Kervelbladige wordt
gezegd maar vier Bloemblaadjes te hebben en
v y f Meeldraadjes , beurtlings pnvrugtbaar o f
zonder Meelknopjes en de Oppervlakte der
Bladen bruinachtig : de Kinderende heeft dik-
wils dubbelde Kroontjes, de Bloemen zwart of
donkerpaarfch , zo wel als de laatfte, die fomtyds
zeer klein valt, geen Handbreed hoog en
zuurachtig is o f zeer wrang van Smaak. De
twee
I!. p. ïi». T. 6 i. *. Ger. longifoliuia. Uubm. Gtr. N. 67,
Tab. 2. £ Ger. Oxaloides. Id. iiid. N. 7r. Tab. 2.
A 4
II. DEEL* X. STOK.