IV.
Afdeel. xx.
H oofd
STUK.
Egaaie
Veeiwyvery
VI.
TragopO
gen Date*
champii.
Rappig.
348 Same n t e e l i g e K rüIDEW.
Van het gewoone Boksbaard verfchillen meer
of min deeze vier Soorten, wier eerlte , in de
Levant door T o urne eor t gevonden, uitmunt
door de grootte van haare Bloem , die ook
van buiten niet paarfchachtig bruin i s , maar
geel , zo wel als van binnen. De gene, die
Bladen als van Prey heeft, is niet zoet, maar
wrang van Smaak. Dezelve groeit in Vriesland
en valt ook in Switzerland, wordendein Vrank-
ryk, ..onder den Itaiiaanfchen naam A r t e f i , in
de Moestuinen geteeld. Die, welke Bladen als
van de Crocus heeft en dus Smalbladig is,
groeit in'de Zuidelyke deélen van Vrankryk en
Italië. Deeze heeft donker paarfche of blaauw-
achtige Bloemen. Het is een Plantje vannaauw-
lyks een Voet hoogte. De laatfte , die in Spanje
haare Groeiplaats heeft, verfebilt door eene
Pluizige ruigte van de Preybladige. Dezelve
fchiet Takken uit alle Oxels der Bladen, ’twelk
haar een geheel ander aarizien geeft. De Bloemen
zyn bleek geel. Alle deeze^zyn twee-
jaaiige Planten.
(6) Boksbaard met éénbladige Kelken , die
korter dan de Bloem zyn en ongedoornd;
de Bladen rappig uitgehoekt. (.7)
Foliisqae v illo fis .v Trag. Caule tomentofo. Hall. Gotting.
4 IS. ‘ v
(6) Tregopogon Cal. raonophyllis &c. H. Ups. 224. Ctiffl
382. R. Lugdb. i i9. GOUAN Mor.ip. 4Ó4. Hieracium afp. Fl;
magno Dentis Leönis. C. B. Fin. 127. Hieracium magnum.
Dalech, llift. 569. Hieracium purpmeum. EARR. Rar‘
I043. T. 2oy.
S ï N G E H E S I A . 3^9
( 7) Boksbaard met éénbladige K e lk e n , die iV»
. korter dan de Bloem‘ zyn en gedoomd, de Afdj| e l»
Bladen gefchaard met Tandjes. Hoofd-!
s t u k .
. ( 8) Boksbaard met de Kelken korter dan de vu. ’
Bloem en J lekelig; de Bladen onverdeeld;
die aan de Steng langwerpig. croides. I
uitge-
Deeze drie behooren nog tot de geilengde110^ ^ :
Soorten van Boksbaard , hoewel zy te vooren Aiperum.
tot het Havikskruid betrokken zyn of tot deri biadigU.W~
Ganzen-Diftel. Zy hebben ’e r , wat de Ge-
lïalte aangaat, meer overeenkomst mede, maar
worden wegens de Bloem hier t’huis gebragt.
De Bladen zyn veel breeder dan in de voorgaande
Soorten. De Groeiplaats van allen is in
de Zuidelyke deelen van Vrankryk, in Langue-
dok en Provence, of ook in Spanje. De eerfte,
het Groote Havikskruid van D a l e c h a m p,
beeft paarfche Bloemen (*_) en is Wollig zagt,
de tweede ruighairig. In beiden gelyken de Bladen
naar die der Paardebloemen of Suikerey,
in
' (7 ) Tragopogon Cal. monophyllis &c. H. Cliff. 332. Gouan
Momp. 40J. R. Lugdb. 119. Sonchus asper laciniatus Creti-
cus. C. B. Pin. 124. Prodr. 60. Hieracium majus folio Son-
chi Semine incurvo. C, B, Pin. 127.
(8) Tragopogon Cal. Corolla brevioribus hispidis &c.
GouAN Momp. 4°s. Sonchus asper fubrötundo folio major
8e minor. C. Bi Pin. 124 .Prodr. 60.
(*) Onder den naam van Sulphureum vind ik dit by
den Ridder aangeh?ald , doch ’ t is zeker, dat Bareelier
Purpureum heeft.
(I, DEEL X. Stuk,