AfdeÈ ^le MeelkcoPjes hebben* . De Heefterigen van
riL den eerden Rang, reeds befchreeven, hebben
Hoofd ’er zeven, de Bladen overhoeks en veelbloemi-
*tv«K an ^ Steeltjes. Zie hier die van den tweeden,ook
»&.** ’allemaal Afrikaanfche o f Kaapfche Planten.
* Zie ir.
p.v st. B. Met zeven geknopte Draadjes en eepaar-
la r.3<58. ^ 0]a£jen. Kruidige.
xix. c '9 ) OijevaarsbeV met eenbladige Kelken,
Alehimil- Schyfronde, Handpahnswys* ingefneedene9
Byvcêtach* Haairige. Bladen en een leggende Kruidige
tig. Steng,
Dit Kruidje heeft Stengen van twee Ellen
lang, op den Grond leggende, die aan de Knoopjes
Wortel fchieten. De Bladen zyn rondachtig
, fomtyds in drieen , fomtyds in vyven gedeeld
, en aan den rand nog verder ingefneeden.
Het draagt Kroontjes van vier of v y f onregelmatige
witachtige vyfbladige Bloemen, op zeer
lange Bloemfteeltjes.
F**™ C20) Oijevadrsbek met eenbladige Kelken; de
Geeibioe- Bladen drievoudig overhoeks gevind ; de
m‘E* Blaadjes vindeelig; de Bloemjlengen ruig.
Zulfc
(19) Geranium Cal. mon*ph. Fol. orbicul. pslmatis &c.
H. Ups. 197. R. Lugdh. 3 <4. N. 30. Bvraj. Ger. N. yy.
H. Cliff. 345. GOUAN Montp, 540 Ger. Afr. Alchimilla
hirfuto folio- Hebm. Lugdb. T. *8;. Stiss. Bot. T. p. 107.
Czo) Geranium Cau!. monoph. Fol. trifariam alternatie»
pinnatis, Fol. pinnatifidis , Scapifi hiitls. Burm. Prodr, 19,
Zulk eene Soort, de Bladen als die van het W.
Wortelkruid veeldeelig hebbende , met eenen
Bolachtigen W o r te l, heeft in den jaare 1760 Hoofdo
p de Buitenplaats van den Hoogleeraar J .ST0K*
B u rm a n n u s gebloeid. Z y droeg talrykeDee na"
Kroontjes van geele Bloemen, hebbende eene-
Vlmderachüge figuur.
( l i j Oijevaarsbek met eenbladige Kelken,een
%eer korte Vleetdge Steng, lange Kruidige ■ eJ/ÏZu,,
Takhsrïén HartvóYmige zeer zagte BladenJ™™VT
Dit is een laag Plantje, byna zonder Steng,£Ulkenti*
met lange, hurkende Takjes en dikke Wollige
Bladen, de Steelen doorgaans vyfbloemïg hebbende
en de Bloemen zodanig^ dat twee Bloemblaadjes
, famengevoegd en cpftaande, als ééne
Bovenlip fchynen uit te maakeh , de drie anderen
, neerhangende, de Onderlip, gelyk in de
Imeefte Afrikaanfche. Voor en na ’c bloeijen
hangen de Bloemfteeltjes, doch regten zig weder
op by de aanryping van het Zaad, dat ruige
Staartjes heeft. De fterke en niet onaange-
naame Reuk , naar dien van het Citroen - Bal-
femkruid (*) gel y ken de, doet eene Hartfterken-
de kragt onder (tellen in dceze Soort f f j . (2 a}
( i j) Geranium Cal. monoph. CauleCainolb jbrerisfimo 6cs,
II. Clfffi ï4ï- R« Lugdb-, 954. N, 29. Burm» Ger. N. 4.$. Ger. '
Afr. humile, Folio fragrantisfimo molli. D u ju E ltb .is j. T ,
131. f. 138. . . . . -J y,, •
(*) Ocymutn Citiatma- Zie ’t voorg, IX. Stu k, biadz»
Kt) BURM. de Gerar.iis. p. ,37.
A 2
II. DEKI.. X. STUK.