ÏYi den. Zelfs vindt menze op Ysland. In SWït-»
- r * zerland komt, behalve die, ook het middelfte
H o o fd- voor , dat naar het eerfte zeer gelykt, maar
s t u k . het bloeijend Stengetje zelfs leggend of neer»
yïefwjvf- hurkend heeft. Hier in verfchilt het zeer van
b» de anderen. Het Bosfchige valt ook in onze
Nederlanden , Zo wel als het laatfte, dat men
meest vindt op vogtige modderige plaatfen, in
Gelderland , Overysfel , Vriesland, enz. Dit
wordt Klein Keur- of Roerkruid, in 't Neder-
duitfch, genoemd en heeft de Bloemhoofdjes byna
zwart i zynde het eerfte, dat de Kelken groenachtig
heeft, onder den naam van Rhurkraut
ih Duitfchland bekend : misfchien om dat het,
door zyne fameutrekkende hoedanigheid , alle
deeze Kruiden gemeen , geacht weidt tegen
den Buikloop te dienen.
XLViii. (48) Droogbloem met een verfpreide Kruidige
dumGk-“ Steng; de binnenfle Kelkfchubben Elsvor-
meratum, mig kaal ; de Bladen ten halve de Steng
b lom * . omvattende.
Dit Kaapfche Gnaphalium gelykt zeer naaf
het laatstgemelde , maar heeft de Bladen Spatelvormig
en zeer ruig; de Hoofdjes gebladerd
en de Takjes hooger dan de Steng. De bin-
nenfte Kelkfchubben zyn Roestkleurig, krom.
Dus
(48) Gnaphalium Caiile Hetb. diffufo, Cal. fquamis ia«
tetioribus SuJjHlsdi Fol, fat» - a^plggic^ujibiw, J1ERG.
?5J*
Dus ziet men dat van dit Geflagt maar wei- IV.
nige Soorten in Europa voorkomen en geenen
in de Westindiën, naauwjyks eenigen in Ara- Hoofd»
bie, doch vry veelen in Noord - Amerika en inSTUK»
Siberie. Het fchynt derhalve meest de k o u d e £ ï '
en gemaatigde Lugtftrèeken të beminden; geiyk V
men ook weinig Haairige Dieren in de heete
Klimaaten aantreff. ’ t Is even o f de Natuur de
Bladen en Stengen, door het digte Dons, dat
.dezelven bekleedt , voor den Vorst had willen
befchutten,. o f voor den guuren Wind. Aan de
Kaap der Góede Hope, alwaar die dikwils re™
geert, is hét algemeene Vaderland deezerPlan-
ten, daar men reeds vyfendertig Soorten van
dezelven geteld heeft.
Het volgende Geflagt, dat men Xeranthemuni
noemt, is. ook meest f aan den Zuidhoek van
Afrika bepaald* Ik heb alle de. Soorten van hetzelve
, die door den Ridder opgegeven zvn
befchreeven , en eenigen van de fraai den in
Plaat vertoond ( * > Des gaa ik over tot het
zogenaamde
C a r v e s I u M. Kraagbloeni.
Een naakte Stoel, geen Zaadkulfje, de Kelk
gefchubd-,,met de bukenftc Schubben om"e-
boogen; maakt de byzondere Kenmerken uit
t - | j| ^ . ...... ■ .. van
,X| | Nat‘ Hiji. il. D. VI. St u k , Ti. XXXI. zie blad«,
enz.
Q_q