IV. in Moerasfige gronden by Mompellier. Naar
AFx1SL’ tweede Soort gelykt zy zeer; doch heeft de
Hoofd. Bloemen geheel ongedraald »Goudgeel , de Bla-
stuk. ^en zeer fmal 3 z0 wel als de Kanadafche, in
welke zy naar die van het Vlalchkruid gelyken.
fy. Deeze heeft de Bloemen geelachtig en wel
duidelyk gedraald. De laatde, zo men wil tiit
Noord - Amerika afkomdig, doch thans ook
Wild groeijende , niet alleen in de Zuidelyke
deelén van Europa, maar ook op de hooge
Landen van onze Provinciën, heeft witachtige
Bloemen , die Pieramidaal, of als een Suiker»
brood, aan de Steng groeijen, even als in de
Karolinifche. De onderden, Roösachtig op den
Grond groeijende, zyn Lancetvormig en uitgehoekt;
de middelden, aan de Steng, fmaller en
weinig getand; de bovenden ook als die van’ ’t
Vlafchkruid j met eehige Haairtjes op de kanten*
Allen zyn zy Jaarlykfe of Zaay -Gewas-
fen. De laatde komt; by Moctpellier, hooger
dan twee Voeten voor.
vjk (7 ) Fyndraal mei1 de Btaden aan dèn voé
£ £ & '
Amen- •
k a a n f c h . fgs, Fyndraal de Steng met weinig Bloemen
vm- è e n i‘
yamtucen*
fe. O
Wcstin- ( j ) Erigeron to l. bafi levolutis. H. Cliff. 407. Vps.
r . Lugdb: 166. N. 3. Senecio Bonarienfis purpurascens to
BlLL. Eltb. 14.4. f 3J4 -
. Erigeron Caule pmcifloro &c. Senecio minor Bell. ma*
joi» folio. StO&N* lm . laJ. 1-P. 360* T
senigermaate ruig hebbende, de Bladen Iv;
Wigswys' Lancetvormig, met twee Tand* Afdeeè
jes wedenyds. Hoofd*
stuk.
(9) Fyndraal met de Steng veelblöemig; de ie;
Bladen Lancetvormig eenigermaate Zaag- P h lfa d et.
tandig , aan de Steng half omvattende; ?pennVa-
de Straalblommetjes Haairig van langte nifch,
als de Schyf.
(10) Fyndraal met half omvattende Spatelvor- x.
mige getande Bladen; de Bleemen Kegel- ^syptiai
rond• Egyptifch,
Deeze vier zyn ook naar de afkomst en Groeiplaats
getyteld. De eerde, uit Zaaden van Buenos
Aires, in Zuid - Amerika, geteeld, hadtde
Steng één o f twee Ellen hoog, de onderde
Bladen als die van ’t Hertshoorn verdeeld, de
bovenden Lancetvormig; de Bloempjes paarfch
en Aairswyze aan de Steng vergaard. De tweede
, op Jamaika gevonden , h e e ft, zo wel als
die van Philadelphia, in Penfylvanie, de Bladen
breeder; de laatde Spatelvormig met Tandjes.
Deeze groeit anderhalf Voet h o og , en
gelykt zeer veel naar de gemeene Conyza ,
doch
(9) Erigeron Caule multifloro , Fol. Lanceolatïs fublêcra-
tis &c. GOUAM Monspt 417.
(10) Erigeron Fol. femi - amplexicaulibus SpatUlatis &c»
Conyza1 Capitata f. globofa. BoCC. k , li. T . 7. f. B. Mo*
jus- III. S. 7. T. 20. f , 14,