IV, (*4j Goudroede met de Wbrtetbladeü tang-
werpig Éyrond gejieeld, de Steng bynct
jjooFD- naakt en Takkig getopt.
STUK.
xiv. Deeze beiden groeijen ook in Noörd - Amefi-
Xovllti- ka, waar uit blykt, dat dit Geflagt ten opzigt
WNi'éüw- van ^et Moederland veel overeenftemt met het
jodife. voorige. De eerfte , die in Nieuw Engeland en
Penfylvanie is waargenomen, heeft weinig min*
der hoogte dan onze gewoone Gulden Roede*
D e andere valt maar een Voet hoog, doch heeft
aan *c end der Takjes eenzaame groote geel©
Bloemen. Deeze fchynt in Nieuw jork gevonden
te z yn , dewyl zy daar van den bynaam
heeft.
C i n e r a r i a . Afchkruid.
Een naakten Stoel en ongeftamd Zaadpluis
heeft dit Geflagt gelyk de voorigen, maar de
Kelk beftaat uit vëele Blaadjes , die niet over
elkander leggen en gelyk van langte zyn.
De naam, wegens ééne zeer bekende fraaije
Bloemplant, welke als geheel met Afch beftoo-
ven zig vertoont , daar aan gegeven, past op
veele
H- Cliff. R. Lugdb. i 6z. Gouan Monsp. 444. Virga
Aurea Nova: Angiiae lató rïgidoque folio, HERM, Par, TV
p. 243* ï ' , \ J '
(w) Solidago Fol. Radicalibus Ovato-oblongis petiola»
£5, Catik niidiusculo R&mofo fafligiato. Sp. Plant. i* is .
veel andere Soorten, hoewel ook eenigen glad»
bladig zyn.
( i ) Afchkruid met Takkige Bloemfleelen en
Afdeel.
xx.
Hoofd*
STUK.
Nierachtige , byna ronde , eenigermaate
gekwabde , getande, gejleelde Bladen.
CO Afchkruid met Lierachtige Bladen; het on»
eff ene Nier vormig met Tandjes; de boven-
fien, aan de Steng , omvattende gekwabd
en effenrandig (* ) .
Deeze beide Kaapfen zyn kleine Plantjes;
het
(1) Cineraria Pedunc. Ramofis , Fol, Renifotmibus &c.
Syjl. Nat. XII. Gen. 957. Peg. XIII. p 6)6 Solidsgo Fol.
Renif. &c. H. Cliff. 410, R. Lugdb. I6z. N. g. Jacobxa
Afr. Hederx tetr. folio , repens. C omm. Hort. II. p 14},
T. 73. Jacobsa Capenfis Malvx folio Lanuginofo. Seb. M us.
I. T. f. a. Berg- Cap. zg9.
(2) Cineraria Fol, Lyratis , impari Renifortni &c. Am.
Acai. VI. Afr. 81. Aftec flore luteo, Folio Cymbalarix
R aj. Suppl. 15g. g, Jacobsa Afra Geranii Columbini folio,
Vaill - Mem.
(*) Foliis integerrimis heb ik altyd genomen voor Bladen,
die geheel elfen van Rand waren ; om dar integris eigenrlyk
onverdeeld of geheel betekent. Hier is ’ t blykbaar, dat de
Ridder ’er zodanige Bladen door verdaan heeft. Maar lom-
tyds is ’t my ook anders voorgekómen ; ’t welk aanwyit,
dat zyne uitdrukkingen niet altoos naauwkeurig zyn even
gelyk hier in de bepaaling der tweede Soort. Wat zegt Fol.
Lyratis, impari Reniformi ? Wat zegt integerrimis, ten op-
aigt van Bladen die gekwabd en dus met ;inihydingea zyn ,
naat die van Efchdoórn enz, gelykende ?
I. I
Cineraria
Geifolia.
Rondbladig.
II.
Cymbala»
rifolia.
Hoekig.
II, d u l , X. Stok,