68 E nke lb roederige K ruiden?.
IV,
met Cytinus-Bloem en Blaasjes van Holwortel,
door L ob el afgebeeld. Wilde Maluwe met
Betonie - Bladen heet het by den vermaarden
Italiaan B occone, door wien het omftreeks
'Pifa ontdekt werdt.
A foeel.
XVII,
Hoofd*
STUK.
■ Vetlman-
Htge.
Het is een laag Kruidje, maar een Stengetje
hebbende van één o f twee Handpalmen, langs
den Grond o f hurkende, met Bladen op lange
Steeltjes, zeer naar die der Betonie gelykende,
rondom gekarteld, uit wier Oxelen een lang
Bloemfteeltje voortkomt, met één o f twee
Bloempjes als der gemeene Kaasjesbladen. Van
de Vrugt is reeds gefproken (*).
De Geflagten van Urena en Gosfypium zyn
onder de Heefters geboekltaafd : des nu alleen
nog de zes laatfte Soorten overblyven van ’t
Geflagt van
H I B I s c u s.
Het welk ook een dubbelen K e lk , maar den
buitendien veelbladig en een vyfhokkige veel-
zaadige Vrugt heeft, gelyk boven breeder is
gemeld , alwaar ik de twintig eerfte Soorten
heb befchreeven ( f ) : zo dat hier volgt.
(ai)
(*) De Sida van Theophrastus draagt Bollen die van
de Heul gelyk en is een Waterplant zegt Lob bl , die dit
Plantje daar voor houdt, ’t Schynt dat het Zaadhoofdjeeerst
vervat zy in de geflooten Kelk, en dus zig als een Bolletje
vertoone. Immers anders kan ik het een en andere niet
overeen brengen.
( I j Zie 11. D. V. Stu k , blad*, s»5 , enz. Onder deeze
komt
£21) Hibiscus met yyfhoekige fpitfe Zaagtan- IV.
dige Bladen, een ongedoornde Steng en knikkende
Bloemen. Hoofds
tu k «
Een groote neerhangende geele Bloem heeft xxr.
deeze Soort, die uit Ceylonfch Zaad in d e ^ g j
Leidfe Akademie • Tuin was geteeld, met Hou. wyngaard-
«ige Stengen van twee Ellen hoogte, niettemin a i6e‘
een Jaarlyks Gewas, met Loof als Wyngaard-
bladen. De Bloemen zitten in een Kelkje, uit
welks midden een lang Styltje opfchiet, met
Oranjekleurige Nopjes fierlyk gepluimd. Op de
Bloemen volgen Vrugten, die als uit v y f famen-
gevoegde Scheeden beltaan en gevleugeld, iu
de Holligheden veele Zaadjes bevattende.
(12) Hibiscus met Piekswys’ Hartvormige Bla- z xxU‘ ^
den CeyloB-
fche.
komt de Hibiscus Sabdariffa, of Zumbladige, die nietalheen
in de beiden Indiën valt, maar ook in Japan, gelyk my
Hit de daar van overgezondene blykt. De Heer Jacquiw
geeft daar geene Afbeelding van , gelyk verkeetdelyk in
Sy/1. Nat. Peg. XIII. p. j i j , is aangetekend; maar alleen
de befchryving, door my overgenomen en geboekt, bladz.
410.
( a i ) Hibiscus Fol. quinquangularibus acutis iêrratis Scc.
Fl. Zeyl. 2 ö j . Althaea lnd ca Vicis folio &c. Heb.m. Lugdb.
26. T. as. Katou - Beloeren. Hort. Mal. VI. p. 79. T. 46.
EURM. Fl. lnd. p. I j 3.
(22) Hibiscus Fol. Cordito ■ haftatis , Peduncults alterhis
&c. Fl. Zeyl. 2.66. Ketinia Zeylanica urens pilofa annua.
Seb. Kal. I. T. 18. f. 3. BüRM. Zeyl. 137. Alcea pcnta-
coccos , Ranunculi Auricomi folio & facie. FLU&. Alm. T.
I23. f. 3. Buru. Fl. lnd, 153. T. 48. f. J,
E 3
II. deel. X. Stuk.