IV. is de Franfche naam Cupidone, welken V a ï l-
'Afdeel. 1ANT gebruikt, daar van afleidelyk. Voor
H oofd den Duitfchen naam R a s fd k ra u t ( * ) vind ik
6Tuk. geen reden.
Egaaie j-je kenmerken zyn : een Kafïige Stoel; een
n. > gefchnbde rappige Kelk : het Pluis een Kelkje
maakende dat uit vyf Borfteltjes beftaat. Drie
Soorten kotnen ’er van voor; als
i. (i) Dwangkruid met de onderjle Kelkfchubben
S f Z Z ! Eyrond.
Blaauw- De Blaauwe Bloetnea .onderfcheiden deeze
bioemig. Soor£j welke opSteenachtige Heuvels en Bergen
in Prbvence en Languedok groeit. De Gehalte
is als die der Condrille, het heeft Bladen
als van het Hertshoorn kruid; de bovenden
fmal met Tandjes. De Steng is Takkig, en
de Bloemhoofdjes gelyken zeer naar die-Ber
Koornbloemen. Het Zaad is in Schubbige Ke>
gelachtige Knopjes vervat.
1T (2) Dwangkruid met de onderjle Kelkfchubben
Lutea. Lancetvormig♦ - ■
Geelbloe- D i t ,
mig.
(*) L:kn. Oatt. der Pfanaen durch Dr. PlANEH. Gotha,
" Z i ' ö m m k CUyc. o n * , f o
, no R Luidb u i . GouiN Monsp. 4-iS- Catananche cxtu
Z : * 17- P. «V ChondnUa coe, Cy;«
CapitulQ. C. B. Pi», U°- Chondnllae Spec. U 0 • ?m?
Catanande sq, infetior. Cal. Lanceolatis. H. Cïf.
D i t , dat zig door Geele Bloemen onder- IV“.
fcheidt, groeit in Spanje by Corduba zeid de 4f^ eL*
Ridder. Zyn Ed. betrekt ’er toe het Kruid , Hoofd«
dat A l r i n u s afbeeldt, en welks Zaad dieSTUÏ*
Xutheur van Kandia hadt ontvangen: des men
zou mogen onderftellen, dat het op dit Eiland
voorkwam. De Bladen gelyken naar die der
Smalle Weegbree en hebben fomtyds drie Ribben.
De Steng beftaat uit dunne Takjes en de
Bloemblaadjes zyn van buiten Pluizig , zegt
G o o a n , gelyk in de voorgaande Soort, die
overblyft, maar deeze is een Jaarlykfch Gewas.
Hier zyn de Bladen groen en buigzaam, in ’t
voorige grys en broofch.
(3; D wangkruid met gefnipperde Bladen. nr*
che Gr&cA\
De verftandige M i l l e r maakt dit tot eene Griekfch.
Verfcheidenheid van het Geelbloemige. Het
werdt door T o u r n e f o r t , in zyne Levant-
fcheReistogt,op ’t Eiland Naxia gevonden en
tot de Scorzoneeren betrokken. Het Loof fchynt
tny meer tot de eerfte Soort dan tot de tweede
belt
« Luzdb- Scc. Catananche lutea. VAir.ju utf. Cliondrilla
Cyanoides lutea Coronopi folio non d vifo. Bocc. Muf. XI»,
p. 21 . T. 7- Harp.. lc. 113$. Stoebe Plantaginis folio. ALP. ,
Ex»t. 187. T. 2%6.
(3) C a tananche Foliis incifis, Catan. lutea Fol. vacie in» ,
dfis. VAILL. utf. Scorzon. Grasca Saxatilis et siaritima Fol.
ratje lacinjatis. TOürnf, Cdr, 3$. Itin, I. p. T, 223,
WvBï«., X. STUK,
/