IV. Cirfium met Eyrond-Lancetvormige getande,
m * * ' van onderen Wollige Bladen en ruige Kelken,
H oofd- voorftelt. Gedagte Wolligheid , met de Han-
* t u k . (jaar afgewreeven, wordt van het Volk,
v fe iZ% - in Siberië , tot Tonder gebrnikt. Di t , nog»
*7* thans, heeft maar plaats ten opzigt van de eer-
fte, met langwerpige Bladen , welke in ’teer-
lle Jaar, nog geen Bloem draagende, het Wyf-
jegenoemd werdtdoorde Tartaaren. De Bloem,
zegt H a l l e r , is aangenaam van Reuk en de
Stoel met Borfteltjes bezet.
IV.
Serratüla
Sa'icifolia,
Wilgbla*
flig.
(4) . Zaagblad met L in ia a l Lancetvormige over*
hoek fe van onderen gryze B la d en , die on-
gejleeld z y i en geheel effenrandig.
Deeze, gelyk de voorige , wel in Siberie,
doch op weinig meer dan onze Pools hoogte ,
voorkomende , is mede door den Heer G m e»
£ ï n betrokken tot het Cirfium. De Bladen zyn
van ónderen wit; de Bloemkoppen Wollig;de
Bloempjes aangenaam paarfchachtig rood. Het
heeft den Wortel famtyds langer doch de Sten-
getjes gelden hooger dan een Voq£ en bekleed
met een korte Wollige ruigte.
v. (5) Zaagblad met Lancetvormige B la d en , van
Maltiflora, qj
veel- “
bloemig, . . . . . .
f4) Serratüla Fol. Linean- Lanceolatis «c. Cirfium ïnerme
ereftum , Foliis ex Lineari Lanceolatis, infra candidis,
Gu i l . Sib. II. p. 69♦ T. 27.
(s) Serratüla Fol. Lanceolatis fubtus villofis, fubdecut-
tentibus &c. Cirfium inerme , Caul. adfceadentibus &c.
Gmel. 5*7. II. p. ?*♦ T. 2* ?
i. onderen r u ig , byna afloopende en geheel e f- IV.
1 fenrandig ; de Steng getuild ; de Kelken
Rolrond» Hoofd*
r STUK.
Weinig verfchillèdde was deeze ^ dochhadt„,
de Stengetjes Takkig en de Bloemen greoter. ajaZu.,
De Heer G m e l i n heefteen Verfcheidenheid
daar van uit de Ooftelyke deéleri van Sibdrie
bekomen, met ingefneeden Bladen.
( 6) Zaagblad met Lancetvormig-langwerpige vr.
Zaagtandige hangende Bladen.
(7) Zaagblad met Lancetvormig-langwerpige Nieuw-
Zaagtandige uitgebreide B la d e n , die varaJ0rks‘
onderen ru ig zyn. p Z l l a .
Zeer hoog»
(8) Zaagblad met Eyrond • langwerpige ge* vm
fp i t jle Zaagtandige B la d en , getuilde B lo e -Glaue*-
men en rondachtige Kelken. Zeefi£0cn‘
GO Zaagblad met L in ia a le Bladen , de K e i - ix .
( 6) Serratüla tol. Lancèolato-oblongis &c, H. Clijfl. 392.
R. Lugdb. 143. Sertatula Novebor. maxima. Di l l . Elth.
&SU T. 263. f, 342.
(7) Serratüla Fol. Lancèolato - oblongis fèrratis &c. Serr.
Virginiana Perficae folio fubtus irtcano. Dil l . Elth. jss. f .
*64. f. 343. Serrat. praealta &c. Bocc. Mas. u . p. 4^
T. 32.
(8) Serratüla Fol. Ovato - oblongis acmninatis &c. Gbon.
Virg. l i s . Serratüla Marilandica, Fol. glaucis, Cirfii inftat
denticulatis. Di l l . Elth.' 354* T. a62. f. 341.
i' (?) Serratüla Fol. Linearibiis 8cc. H. Clifl. 3pi, R.Lvgdl.
P's Dsej., X, STUK*