flS'U' '* '*'! '4 'i' - ■' i t;.'
IV. ke tweelippig zyn , onderfeheidt dit Geflagt ,
A XX U dat den Griekiehen naam Perdicion , welke Pa-
H oofd- tryskruid betekent, bekomen heeft.
8TUK. Het bevatte drie Soorten, waar van ik de tweede
, als Heefterig zynde , reeds befchreeven
heb, zo dat maar de volgende overblyven.
Perdicium ( 1 3 P^tryskruid , dat Tongbloemig i s , met
ftmifloscu- eenbloemige, ongebladerde Bloemjleelen.
lare.
bl&mig ^ Kaapfe Kruidje heeft een Vezeligen Wortel
, welke Blaadjes uitgeeft als die der Paardebloemen
en de geheele geftalte zweemt ’er zo danig
naar , zelfs de Bloemen in grootte, dat
men het onvoorziens daar toe betrekken zou,
maar de Kelk is als der Scorzoneeren en de
Bloem geftraald , met half tweedeelige Blommetjes,
die de onderfte Lip in tweeën, de bo-
venfte in drieën gefneeden hebben. Het Zaadpluis
is ongeltamd en de Stoel naakt, gelyk in
de voorigen.
ht. CsJ Patryskruid met byna gefiraaide Bloemen,
eenvoudige Kelken en Kruidige Stengen♦
liaanfch.
In Brafil groeit, volgens den Heer Arduin,
deeze Soort, die de Wortelbladen Lancetvormfg*
( i) Perdicium Flore femifiosculofo , Scapo unifloro nudo.
SjJt. Nat. XSI. Gen. 960., V tg. XIII. p, 639. Am. Acad,
VI. Afr. 7z»
( ! ; Perdicium Flor. fubiadiacis , Calycibus fiinp!icJbns,
Caule Heibaceo» Mant, jij.
mig • Eyrond, met Tandjes uitgegulpt, ruig ea IV.
kleverig heeft: de Bloemen aan den top naakt, Afdeelï
in gedaante als die van het Berg • Valkruid, Hoofd-
op eigen Steeltjes: de Kelk uit veele fmaller stuk.
Blaadjes beftaande, die ftomp en egaal zyn, de
Bloem geel: de Blommetjes op de Schyf en
Straal tweelippig, tweeflagtig.
(4) Patryskruid met byna gejlraaide Bloemen, iv.
de Steng laag - Heefterig, de Bladen Lan-Putig™
cetvormig fpits effenrandig.
Dus geeft de Heer B e r g i u s de bepaaling liCh*
op van eene nieuwe Soort, uit de Westindiën
door zekeren Chirurgyn mede gebragt en hem
bezorgd, waar van zyn Ed., in de Stockholm-
fe Verhandelingen , de Afbeelding en befchry-
ving mededeelt. De Steng daar van, zegt h y ,
is Heefterig en glad, met groenachtige Takjes
en Bladen als gezegd is , wederzyds glad. Aan
’t end der Takjes komen by elkander twee ,
drie o f v y f Bloemen die gefteeld zyn, met fpic-
fe gladde Blikjes. De Kelk is cylindrifch, veel-
bladig; de Bloem geel, beftaande uit Blommetje
s, die een buiteu-Lip hebben, welkeflaauw
drjetandig is en de binnen - Lip in tweeën gedeeld
; des zy zig [als driedeelig vertoonen.
Dit heeft zo wel in de middelfte als in derand-
Blom-
(4) Perdicium Flor. fubradiatis , Canle Suffruticofo &c.
Stoc/ib. Verband. XXXIV. Band. 1772- p. 229. Tab, 7 . AR
Bupator. Becmudenfe. Plvk, T. 243. f. 3 5
II. Dm, x, stuki