IV« zyn. Het is een laag - Heederig flap Plantje ,
< 5S - , dat zig Zilverachtig vertoont, met de Bloemen
H oofd- meestal drie, doch fomtyds ook vyf by elkan-
stuk* i(jgr> geiyic jn het voorgaande, geel van Kleur,
8*;“ en lange , regte, Rolronde knikkende Haauwen.
De drie volgende Soorten, als gezegd is, onder
de Heefters befchreeven zynde , komen
tvy tot de
Xvr. (i6 ) Rolklaver met neer gedrukte Hoofdfes ,
LkTiattïsT" leggende Stengen en Cylindrifche. uit ge*
Gehoorn* breide Haauwen*
de.
Onder den naam van Gehoornde Klaveren of
Gekroonde M e lo ten , is deeze niet alleen in onze
Provinciën , maar ook door geheel Europa bekend.
Z y groeit op dofre drooge plaatfen, zo
wel als in de Weidlanden, alwaar zy een uitmuntend
Voeder voor de Beeilen uitlevert, dat
fommigen raaden aan te kweeken. De Engel-
ichen noemen het L a d y * Finger G r a ß ofVrau-
- wen-Vinger Gras, de onzen fomtyds J u ffe r s -
S ch oen tje s : ’c welk op de figuur der Haauwtjes,
die een bpgewipte tip hebben , zal zien. Men
noemt het in \ Hoogdnitfch ook U n fe r Frau*
wen
( ie ) Lotus Capital is depresfis . Caulilms decumbentibus
&c. GORT. Belg. 213. Gouan Monsp. 395. Lotus Cauie
Hetbacéo &c. H- Cllff. 372. R. Lugdh. j8g, kram. Auftr «
«24. Fl. Snee, 609 , 675. Lotus f. Meliloms pentaphyllos
minor glabra. C. B. ‘Pm. 332. Trifolium Corniculatum, ï .
Dod. Pimpt. 573. Melüotus Coronata. LOB. Io. II. 49. ß0
Lotus pentaphyllos &c. C. B. Pin, 33z. y , Lotus pent. Fm-
tescens, tenuisfimis foliis. lbid.
D ï A D E L P H I A» 31Ï
wen S ch u im , in ’t Franfch Couronne R o y a le , om
dat de Bloempjes als in geele Kroontjes ver- xvuu
UcSL u v r j HOOFD*
eaard zyn. stuk.
Gemeenlyk komt het omtrent ter hoogte van
een Voet voor en heeft zwakke Stengetjes, dierfWfl>
zig zelf niet kunnen oprechten. Zy verdeden
zi<* menigvuldig en zyn bezet mee Bladfted-
tjes, op ’t end drie Blaadjes hebbende, fomtyds
ronder, fomtyds langwerpiger, met twee
dergelyke Stoppeltjes aan den voet van ’t Steeltje
, gelyk in meest alle Soorten van dit Ge-
üagt. Op ’t end komen Kroontjes van Goud-
geele Bloempjes, dikwils zeven ia getal,Sters-
wyze geplaatst en als gefchoord door een of
twee driebladige Kransjes; daar op volgen even
zo veel Haauwtjes , die Rolrond zyn, aan ’£
end getipt, bevattende ronde Zaadjes. DeBloe-
men zyn niet onaangenaam van Reuk en Smaak,
en worden fomtyds in plaats van de Meloten ,naar
welken zy veel gelyken, gebruikt. Ook leveren zy,
zowel als 'tKruid,eenblaauwe Verwftof utt(*).
DeHoornklaver groeit, in vette vogtige Gron-
den, veel hooger en fomtyds Heelterachtig ,pL. lxv.
op haar zelve Baande, waar door zy zig byna F‘&' **
als een ander Gewas vertoont. Dit deedt
my denken, of het Kaapfe Plantje, waar van
een Takje in F ig 3 , op myne LX V ^ Plaat
vertoond wordt, ook toe dezelve behooren
mogt, maar een naauwkeurige befchouwing
leerde'my een aanmerkclyk verfchil. Dus blykt
uit