IV.
A fd e e l .
XX.
H o o f d s
t u k .
Egaals
ytelvïyvf,
ry.
Gemeener zal men naauwlyks vinden dan dit
Kruid, door geheel Europa, in Weiden en Velden,
als ook aan de Wegen, op Kleijige vette
Gronden. Het valt ook in Virginie. In Rusland
is het niet minder gemeen en in Siberie komen’er
zo wel aanmerkelyke Verfcheidenheden vaft
voor , als in ons Wereldsdcel. Men vindt het
met breeder , fmaller, met Bladen die alleen-
lyk getand, of die zeer diep Vinswyze inge»
iheeden zyn. Het gemeene,met breede Bladen,
was de eenigtte , welke S t e l l e r u s op ’t
Beerings-Eiland en in de Weftelyke deden van
Amerika aantrof. In de Velden, aan eenige
Rivieren van Siberie, komt het voor, metfom-
mige Bladen gefchaard , fommigen onverdeeld
o f flaauwtjes getand , de Rib en Steden fom-
tyds blaauwachtig rood , o f ook met Wollige
Bladen.
Ik zal de Geftalte van dit Kruid, welke ieder
een , tot den Kinderen toe , bekend i s ,
niet befchryven. Z y noemen het, gemceniyk,
Paardebloemen en die behaaming, (misfchien
daar van afkomftig, dat het van de Paarden
gretiger, dan van ander V e e , gegeten wordt,)
as bekender dan Hondsbloem , Kankerbloem,
Paapenkruid en Mol-Salade, wier afleiding ver
te zoeken fchynt. Pis in 't Bed, gelyk fommigen
het grappig heeten, komt van de openende
kragt, daar in, die de Waterloozing en Afgang
bevordert, waar van het den Griekfchen naam
Taraxacon, gemeenlyk Taraxaeum in de Apotheeken,
ken , hebben zou. Dus noemt men het in \ IV.
Franfch ook wel P is en L i t , maar meest B ent AFDEEr--
de L io n , in t Engellch Dandelion, overeen* H o o e d -
komflig met Leontodon , t welk Leeuwstand
betekent. Dit zou op de Tandswyze u i th o e - f^ f f *
king del Bladen zien. De Deenen noemen het
L o fw Tunge, dat is Leeuwen - Tong; ’t welk
misfchien ruim zo veel eigenfchap h e e ft: de
Kinderen Kaarsjes, om dat het Pluis der Zaad-
hoofdjes zig afblaazen laat, blyvende dan flegts
de naakte o f kaale Stoel over. jMislchierrwordt
het hierom, van de Rusfen, de Gryzigheid des
Priejlerdoms geheten (*).
Het bevat een bittere Melk, die het geheele
Kruid, inzonderheid den Wortel,bitter maakt;
doch het jonge Loof is niet onaangenaam om
als Salade te nuttigen en vry gezond. Het Sap
des Kruids , met den Wortel verzameld, o f het
Afkookzel van dit met anderen van dergelyken
aart, dient in Meydranken tot een kragtig op.
losfend Middel ; en in ’t algemeen tegen de
Geeizugt zo wel als tot Borst- en Huidkwaalen,
m de ovcrblyfzels van heete Ziekten weg te
Eeemen, wordt hetExtrakt gebruikt. Men pryst
een ^alve van den gekoeusden Wortel tegen
Klier- verhardingen. Het gedefinieerde Water
is eeoigszins zuur, en de Geest van het gegiste
Kruid heeft een Wynachtigen Smaak en
G m ( t> ' ( 2)
Sacerdotii Canities. Gort. Ingr. p. jzoi
( t ) Hall, fleiv, hidxsat. T. I. p. 24.
E h *5
Deel X. Stuk. **