Op grond van rapporten en inlichtingen was door mij een
kaart samengesteld, die eenig denkbeeld gaf van de politieke
indeeling der te doorreizen streken. Gedurende den marsch
zouden door Bakhuis en van Raalten de noodige opmetingen
worden verricht en het terrein zoo goed mogelijk in kaart worden
gebracht. Oorspronkelijk lag het in de bedoeling met Chronometers
en door sterrekundige waarnemingen de lengte en de
breedte der voornaamste plaatsen te bepalen, en voor de ove-
rige metingen gebruik te maken van de Smalcaldersche patent-
boussole. Maar weldra bleek het, dat wij ons in verband met
den beschikbaren tijd en het aantal onzer koelies, bepalen moës-
ten tot een vluchtige opneming met het kompas en de mcet-
ketting.
Ons Inlandsch gevolg was grooter dan men , oppervlakkig
zou verwachten. Behalve onze jongens (bedienden) waren menschen
noodig om in de keuken te helpen, onze koffertjes, veld-
bedden, stoelen, imitatieleder en matten voor dakbedekking,
ammunitie, ijzerdraad,.touw, spijkers, petroleum, kaarsen, pho-
tographietoestel en levensmiddelen te dragen, koelies om bij
het meten behulpzaam te zijn, om de uitrusting van den zoö-
loog en den botanicus te vervoeren, verder hoofden, mandoers,
enz. __ jn het geheel ongeveer 80 man.
Rekent men, dat voor die allen gedurende minstens 14 da-
gen voedsel moest worden medegevoerd (wij liepen van Logei
tot Langgam van 2 tot 17 Maart), dan komt men op de volgende
wijze tot het mede te voeren gewicht.
Een man heeft per dag recht op een katti rijst., daarbij komt
zout, sambal, kerrie, ikan kring (droge visch), koffie, tabak
en daoen roko (cigarettenpapier van droge bladeren). Met in-
begrip van emballage is het gewicht dat voor het onderhoiid
van één ma n gedurende één dag moet worden meegevoerd,
dus minstens 0.8 K. G. Voor 14 dagen alzoo 11.2 K. G. en
voor 80 man 896 K. G. Ieder man had een deken en een kap-
mes of bijl, 4 man tezamen een priok (rijstpan) en een.ketel.
Stelt men nu, dat een koelie door een terrein, waarvan men
de moeielijkheden bij ervaring moet kennen om ze naarwaarde
te schatten, buiten zijn eigen bagage; op'hët hoofd 16 K. G.
kan dragen, dan zijn er voor 896 K. G. 56 menschen noodig
of 7O°/0 van de eerste vereischte 80.
Voor die 56 zijn er weder 39, voor die 39 zijn er weder 27,
voor die 27 weder 19, voor die 19 weder 13, en voor die 13
weder 9 noodig, enz. — Men komt dan op een totaal van 250
man. Wij begonnen met 250, meerendeeis afkomstig uit de Pa-
dangsche Bovenlanden. Slechts een twintigtal Javanen, werk-
zaam bij den spoorwegaanleg, waren van de partij.
Natuurlijk was rijst, het hoofdvoedingsmiddel, het voornaam-
ste voorwerp onzer zorg. Te Moeara Palangki waren 60 pikol
gereed gemaakt, die we, bij onze àankomst aldaar, in den
missighit vonden opgeborgen. Als gevolg der weinige transport-
middelen, maar 00k door de luiheid en onverschilligheid van
een Maleisch hoofd, werd slechts een gedeelte van dien voor-
raad naar Loeboek Ambatjang vervoerd. Wij waren genood-
zaakt onderweg inkoopen te doen, waarbij onze vrienden in de
onafhankelijke districten de beste dienSïen bewezen
Den -2 * Februari was de ingénieur André de la Porté over
Batavia en Sîngapoera naar de Oostkust vertrok'ken, met de
opdracht om 30 pikols rijst en de noodige vivres voor het Euro-
peesche deel der expeditie te Langgam aan de Kampar gereed
te houden-en zoovëel mogelijk inlichtingen in te winnen
omtrent de gesteldheid van het terrein tus'schen de Kampar en
de Siakrivier.
Teneinde de bagage en de van Padang en omliggende plaatsen
afkomsfige koelies op de minst kostbare ètt zekerste wijze
tot Sidjoendjoeng te brengen, werd besloten dat de eerste van
Padang Pandjang (het eindpunt van den spoorweg) door de laat-
sten zou gedragen worden längs den grooten postweg. Deze trans-
portkolonne werd aangevöerd door Bakhuis ; — van Bemmelen,
Koorders, van Raalten en van Alphen sloten zieh daarbij aan.
Een marsch te voet bood 'nog het voordeel , dat daarbij’dè
Chronometers onder behoorlijke bewaking bleven en minder gé-
schud werden dan bij eenige andere mogelijke wijze van ver-
voer. Toch bleek al spoedig, dat niettegenstaande alle voor