hier een groote kring van bloedverwanten, op wie men rekenen
kan en die in geval van nood de wapenen kunnen voeren, op
hoogen prijs gesteld. Daarbij had hij verscheidene dienten,
lieden die om een of andere reden zijn hulp hadden ingeroe-
pen en die hij onder zijne bescherming had genomen.
Zijn groote aanhang was oorzaak dat -hij ontzien en gefierd
werd. Daarop berustte ook zijn groote invloed te Padang Tarab,
waaraan natuurlijk niet allen zieh met evenveel ge noegen on-
derwierpen, ten minste, dit meende ik uit het verhaal vän den
toeankoe van Auer te mögen afleiden.
Zoodra Vrijdag morgen het ochtendgebed verricht was, werden
alle beschikbare prauwen bemand en zakten wij de rivier
af tot aan den mond der Binoeang, een 15 ä 20 M. breede
rechterzijtak van de Kwantan. De uitwerking van de eerste
dynamietpatroon was kolossaal. Talrijke groote gele visschen
kwamen onmiddellijk na de ontploffing en nog lang daarna boven.
Het tooneel, waartoe dit aanleiding gaf, was bijzonder grap-
pig. Allen hadden zieh in afwachting van de dingen die komen
zouden van overtollige kleedingstukken ontdaan. Nauwelijks
werd de doffe knal gehoord of de prauwen schoten naar de
piek, waar de eerste koppen zieh vertoonden. Toen volgde een
plonsen, plassen- en ploeteren, een echt kinderlijke opgewon-
denheid. Oud en jong greep en dook om een prooi te bemächtigen.
Enkelen waren zoo gelukkig met een visch in de hand
en een in den mond bij hun vaartuig terug te komen. Luide
juichkreten weerklonken als na eenig wachten een nieuw slacht-
offer half bedweljnd boven kwam en tot eene wilde vervolging
aanleiding gaf. Het was een waar volksfeest. Onze populariteit
was gevestigd.
Na op eenige andere plaatsen ons geluk beproefd te hebben,
keerden wij met een rijke vangst te Padang Tarab terug. Bij
de aanlegplaats werd de buit verdeeld. Men noemde: de koe-
ning siesie, de koelari, de merah mata, de koepie, de siboeroe
en de siliman, -verder de roofvisschen barau en kalama en de
zuigvisch hitam.
Sommigen beweerden dat door een der schoten een kaaiman