— 6 —
Volgens mededeelingen van den ingenieur Cluijsenaer') be-
droeg de handelsbeweging in steenkolen te Singapore in 1868
67.643 ton en in 1873 153.332 ton.
Zij steeg blijkens de consulaire verslagen in 1887 tot .
233.400 ton Cardiff kolen, prijs 7f tot 9I dollar
4.000 „ West-Hartley kolen , (voor de gasfabriek)
19.140 „ Australische kolen, prijs 5^ tot 7 dollar
25.000 „ Japansche „ , „ 5i » 6 »
5.500 „ Borneo „ , „ 6. „ ;
totaal 287.040 ton
en in 1888 tot
266.000 ton Cardiff kolen, prijs pf tot n i dollar
2.450 „ West-Hartley kolen,
20.950 „ Australische kolen, prijs tot 9I dollar
47.000 „ Japansche „ , ,, 5$ >• »
2.500 „ Borneo ” j
3.300 „ Serawak „> , „ 7 ; » 7i >>
3.500 „ Bengalen „ )
totaal 365.700 ton
In 20 jaar is dus het kolenverbruik te Singapore meer dan
vijfmaal grooter geworden. Zonder twijfel zal na verloop van
een nieuw tijdperk van 20 jaar het cijfer tot belangrijk meer
dan 500.000 ton zijn geklommen.
De Oembilinkolen hebben met vele andere soorten te concur-
reeren, maar de günstige ligging van den mond der Siakrivier
maakt dat men in buitengemeen voordeelige omstandigheden
verkeert.
Bij grooten afzet kunnen de volgende kosten op een ton Oem-
bilinkoleri franco längs boord te Singapore komen:
ontginningskosten en laden op den spoorwagen . 3-5°-
spoortransport over 300 K.M. h 1,5 cent . . • 4 -°5-
watertransport over 185 eng. m i j l ........................ t-S0-
overladen, wegen, trimmen. . . . . . . • '• 65-
te zamen f 9.70.
' ) Rapport v an den ingenienr J. L. Cluijsenaer o v e r den aanleg van een spoor-
Natuurlijk zouden de Oembilinkolen zelfs in het günstigste
geval niet alle andere kolen geheel te Singapore kunnen ver-
dringen en zou vermeerdering van aanvoer den marktprijs
drukken; maar toch schijnt het niet gewaagd aan te nemen,
dat . zij na voltooiing van een spoorweg naar Siak aldaar een
hoogst belangrijk debiet zouden hebben.
Kunnen 250.000 ton kolen tegen f 12,50 per ton verkocht
worden, dan bedraagt de winst f 700.000.
Vermindering van de zelfkosten der ontginning voor de naar
het Westen afgevoerde hoeveelheid, als gevolg der grootere
productie van de mijn, geeft een niet te verwaarloozen besparing.
Wellicht" zal de raming der kosten van het vervoer längs den
spoorweg, 1.5 cent per tonkilometer, aanleiding geven tot de
opmerking , dat men hier te weinig rekent, maar het bedrag
der exploitatie-kosten bij een eenvoudig kolenvervoer längs een
grootendeels vlakken spoorweg klimt daarbij reeds tot 250.000
X i-5 cent = f 3750, een bedrag, dat zeker niet te geringis.
Afgescheiden van den kolenhandel meende men dat de spoor-
weg groote beteekenis zou kunnen hebben voor de ontwikkeling
van nu bijna onbewoonde en onbekende gewesten.
Wei geloofde men met den heer J. J. van Kerkwijk ’) „dat
„het niet te verwachten is , dat men in Indie als in Amerika
„slechts spoorwegen door onbewoonde streken behoeft aan te
„leggen om ze spoedig bevolkt, ontwikkeld en welvarend te
„zien”, maar het valt toch niet te ontkennen dat alleen door
goede afvoerwegen de cultuur van stapelproducten voor de
europeesche markt mogelijk wordt. Het opstel betreffende de
Batang Nilo opende te dien aanzien een goed vooruitzicht. Men
mocht verwachten dat bij geschikte gelegenheid 00k hier voort-
varende landbouwondernemers niet zouden aarzelen hun kapi-
taal in den grond te steken, zooals ze het elders ter Sumatra’s
Oostkust gedaan hebben, en dat wel niet zoo snel als in Amew
e g te r verbinding van de Ombilien-kolenvelden op Sumatra met de Indische
Zee. 1876. bldz. 100.
’ ) Economist 1873. bldz. 60. Steenkolenontginning en sp o orw ega anleg op
Sumatra.