Westkust gaat uit den aard der zaak niet verder en bevat
slechts de smalle, nog op Gouvernementsgebied gelegen schie-
ferformatie, terwijl oost daarvan de terra incognita aanvangt,
de geheel of bijna geheel witte piek op de in den handel zijnde
kaarten van M. Sumatra. Alleen op de vöör kort samengestelde
schetskaart van de heeren IJzerman en Delprat zijn enkele pun-
Stroomversnelling bij Tapoes.
ten omtrent oostelijk van die grens voorkomende formaties aan-
gegeven. Die gegevens betreifen echter vooral het voorkomen
van kalk, een punt dat voor den spoorweg-ingenieur natuurlijk
in eerste instantie belangrijk is, omdat hij voor het metselen
dan alleen zand en steenen behoeft aan te voeren.
Onmiddellijk na aankomst werd even gegeten. Daarna togen
Bakhuis en Wijss aan den arbeid tot het ontwikkelen van
photographieen en ging ik met den nieuw aangeworven Siloeka
en mijn van Java meegenomen inlandschen boschwachter het
bosch in om van de boomsoorten herbarium te verzamelen.
Toen ik tegen donker in het kleine bivak terug was, had ik
een flinke hoeveelheilli herbarium, meest bloeiend en vrucht-
dragend, van vele mij niet van Java bekende woudboomen bijeen.
Bij later onderzoek bleek mij het herbarium van deze plaats
bijzonder rijk, onder 12 specimina twee geheel nieuwe soorten
en verder öf uiterst zeldzame boomen, zooals Kokoona, öfaan
de wetenschap slechts onvolledig bekende species (Sterculia
spectabilis) öf technisch zeer belangrijke boomsoorten, zooals
Palaquium en Bassia. Uit een boschbouwkundig oogpunt zijn
het bijna alle onbekende soorten, omdat in de bestaandelitera-
tuur wel de bladeren, bloemen en vruchten beschreven zijn,
maar meerendeeis over kruinshoogte, stamdiameter, boomha-
bitus, stamvorm, schors, uiterlijk en bouw bijna niets vermeld is.
Ons bivak lag vlak aan de rivier. De hutten waren van
takken en boombladeren gebouwd. Over het bladerdak van onze
hut bevond zieh een stuk imitatieleer.
2 1 F f.b r u a r i .
Van b iv a k T apoes naar b i v a k Poel au Paoeh.
Om 9.40 staken onze prauwen van wal en dreven wij verder
de Kwantan af. Tot 10 uuri'Bl'even de oevers hoog en bijna on-
afgebroken met hoog oerbösch bedekt, terwijl de rotsen aan
beide oevers nog uit oude Schiefers bestonden.
De rivier bleef gemiddeld een 40— 60 tal meters breed.
Om io . uur werd de stroomversnelling Limpatan bereikt.
Hier wringt zieh de geheele, zooeven nog bijna 50 M. breede
en rneer dan 1 M. diepe watermassa door een slechts 10 M.
breede geul. Pijlsnel schiet de stroom door deze nauwe opening,
die aan beide zijden door hoekige, grillig gevormde rots-
blokken begrensd is. Die rotsblokken bestaan uit donkergrauwe
oude Schiefers, waarin aderen van melkkwarts aangetroffen