ten boorde toe met gistende modder en dooreenwriemelende
plantendeelen gevulden ketel.
Ons hoogste verlangen was nu, „een oude kap te vinden” ,
waarmee in dit geval het zwart geworden litteeken van een
eertijds afgekapten tak bedoeld werd. Maar de middagrust
kwam en verliep-, de namiddagmarsch duurde al weer een paar
uur, en geen enkel spoor, dat ooit te voren menschen hier
hadden trachten door te dringen, vermochten wij te ontdek-
ken. Het werd drie uur, het water nam in diepte toe, wij plas-
ten zonder ophouden minstens tot de ‘knieSn in de modder.
Voor ons uit hooren wij geraas: IJzerman is reeds bezig het
kamp op te slaan; daarmee schijnt de laatste hoop vervlogen,
dat-wij nog van avond de droge gronden zullen bereiken. Ge-
laten sukkelen wij verder, er is nu geen haast meer, eens in
’t kamp kun'nen wij toch niets anders doen dan op een paar
boompjes een droog zitplaatsje zoeken. Daar opeens valt mijn
oog op een boomstompje naast mij: de schuin afgesneden top
is zwart en verweerd! „Bakhuis, een oude kap!” schreeuw ik.
Hij komt aangerend, de modder spat om ons heenf|iffi|jjwaar-
achtig het is zoo, eil hier ook, en daar nog een”. Wij stormen
verder, de öude sporeñ nemen toe, schoon ’t moeras even zwaar
blijft; daar begint het wat lichter voor ons uit te worden,
links en rechts zijn de koelies bezig hout voor de hutjes te
kappen, 16Ä en opeens komen wij aan een heldér stroomend
riviertje met zeer läge oevers, maar aan- welks overzijde de
bodem iets oploopt en droög' schijnt te staan. In dat stroompje
zien we een paar kadjangmatten overeirtd gezet, en André, als
echten waterbouwkundige, ijverig bezig een badplaats volgens
de regelen der kunst in te richten. Het bösch wordt minder
dicht, we betreden Brogen grond, de hemel wordt zichtbaar,
voor ons uit is ’t woud laag en blijkbaar secundair, de bodem
begroeid met varens en struikgewas; het is duidelijk, wij be-
vinden ons aan den rand van een ouden ladang, het moeras is
doorkruist! Al de vreeselijke verhalen der inlanders lossen zieh
op in een strook van io ä 12 K.M. breedte, die wij met een
zwaar beladen colonne in 21/, dag hebben doorwaad, schoon
-de omstandigheden der waterhoogte waarschijnlijk bijzonder
ongunstig waren. Slechts het weder is in ons voordeel geweest:
gedurende den geheelen marsch is het droog gebleven.
Het riviertje stroomde Z. O.; vermoedelijk was het een zijtakje
van de Boko-Boko. Iets benedenwaarts vonden wij overblijfselen
van een huisje, en verscheidene rintas’ voerden in verschillende
richtingea een eindweégs het moeras in.
Volgens de meting hadden wij dien dag slechts 4190 M. in
noordelijke richting afgelegd. IJzerman besloot om ook den vol-
genden dag nog in diezelfde richting te¡ blijven doorgaan, ten-
einde zieh zoo ver mogelijk van den rand der moerasstrook te
verwijderen. De bodem waarop wij kampeerden was nog mee-
rendeels drassig, maar bestond toch niet meer uitsluitend uit
halfvergane plantendeelen; hier en daar kwam een zandige klei
voor den dag, en ook op de weekste plekken konden wij een
stok niet dieper dan 1.10 M. in den grond drijven.
M a a n d a g 2 3 M a a r t .
Spoedig nadat wij opgebroken waren, verdwenen de laatste
sporen van het moeras, maar de, weg voerde door dicht en
lästig varengewas en over zware omgewaaide boomstammen,
begroeid met lianen en parasieten. Het land bleef eerst laag,
maar ten slotte steeg het een weinig, en zagen wij in een haag
van dicht dooreengevlochten slingerplanten en struiken, door
de voorhoede een doorgang gekapt, die als een eerepoort toe-
gang schonk tot droge plateau-gronden.
Het bosch wisselde telkens van karakter, blijkbaar naarmate
het korter of langer geleden was gekapt geworden; allerlei
soorten van planten stonden door elkaar, en dikwijls waren er
open plekken, begroeid met gras of varens en overschaduwd door
groote vrijstaande boomen. Zoo werden wij bijzonder getroffen
door fraaie breedgewelfde waaierpalmen met groen en geel ge-
streepte, gedoornde bladstelen, en door een rijk-vruchtdragende
wilde ramboetan, die echter door de apen volledig was leeg-
geplukt, gelijk de met schillen bezaaide bodem er onder bewees.