Hij loste toen de lading van zijn schuitje op de zandplaat, waar
Bakhuis en ik haar bewaakten tegen den snoeplust onzer koelies.
Die lading bestond uit de volgende ongelijksoortige en
zonderlinge voorwerpen: eenige ketimoens; (komkommers), een
drietal onrijpe mangistans, een halfdoode vechthaan aan een
touwtje, een poejoe (boschpatrijs) in een teenen kooitje, een
paar zakken rijst, een koperen reiskoffertje, een dünne en körte
lans en een duizendpoot aan een draadje, de laatste als aas
om te visschen. De eigenaar vertelde, dat hij naar Pangkalan
Baringin moest, — welke plaats, zooals wij reeds wisten, hoo-
ger op aan de Tesso ligt, I— waar hij in één dag hoopte aan
te komen en dat hij van Goenoeng Sailan kwam längs de Rampar
Kiri, van welke rivier de Tesso een zijstroom is. Zooals wij
wel gedacht hadden, had ook IJzerman van onze bivac-plaats
af hem ontdekt en aangeroepen. Deze schrijft hierover:
(R. IJ.) „Wat zij meedeelden was niet veel bijzonders; het
was mij bekend, dat Pangkalan Baringin behoort tot de zoo-
genaamde Tanah Darat en dat dit landschap nauw verbonden
is met de oostelijke Kwantandistricten. Van een weg over land
naar Langgam hadden zij nimmer gehoord., omdat het verkeer
tusschen de Rampar Riri en de Rwantandistricten te water
längs de Tesso plaats heeft *). Wij waren dus vrij spoedig uit-
gepraat en scheidden zoo vriendschappelijk mogelijk; van de
twee mangistans, die zij bij zieh hadden j werd er o. a. een
mij aangeboden.” —
Ook - ons bood de Maleier dadelijk een paar ketimoens ten
geschenke aan, welke beleefdheid wij beantwoordden met een
leege flesch. Met spoed kwamen nu in drie overvaarten alle
rijstzakken en andere levensmiddelen veilig op den rechter-
oever, waarop wij onzen vriendelijken helper den bedongen
rijksdaalder uitbetaalden en hem een goede reis toewenschten.
Ondertusschen was ook de laatst overgeblevene onzer dapl)
«Radja Labih wa s v ro eg e r van Pangkalan Baringin de T e s so afgezakt en had
in 1890 o .a . van Lo ebo ek Ambatjang eene reis gemaakt längs de Sindjinji, de
Rampar K ir i, de Kampar Besar., de Nilo to t Pangkalan Kedoendoeng en verder
ov e r L o g e i P an gean , Pangkalan Baringin en Taratak A je r Hitam.»