Uit elke soekoe maakt een der panghoeloe’s deel uit van het
negriebestuur. Hoewel dit'bestuur dus gewoonlijk uit meer dan
vier personen. bestaat ‘) , als gevolg van de uitbreiding van het
aantal soekoe’s , spreekt de Maleier ook thans nog van de Datoek
nan ka-ampat soekoe of Datoek nan berampat.
Een der panghoeloe’s , voorzitter der vergadering der Datoek
nan berampat, draagt den titel van poetjoek negri.
Bij de zorg voor de belangen zijner eigen soekoe wordt iedere
panghoeloe, die lid is.van het negriebestuur, bijgestaan door
de overige panghoeloe’s andiko.
Naast iederen panghoeloe staan drie personen, een manti,
een maliem en een doebalang.
De eerste oefent de functien uit van hetgeen in ons recht het
openbaar ministerie genoemd zqu worden. Hij onderzoekt de
zaken, doet den eisch en adviseert den panghoeloe, waar het
de toepassing. van den hadat betreft.
De maliem is de adviseur in zaken van godsdienstigen aard ,-
terwijl de doebalang in den oorlog de voorvechter , in vredes-
tijd de handhaver van de orde en de uitvoerder der bevelen
van den panghoeloe is.
De Maleier omschrijft den werkkring van de bestuurders in eene
soekoe volgenderwijze: de panghoeloe’s zijn de ziel, de maliems
de fakkel en de manti en doebalang de beenderen der negrie.
In iedere negrie worden imams, chatibs, bilals en verdere
geestelijken aangetroffen; terwijl personen die zieh bijzonder
toeleggen op kennis der godsdienstige wetten orang oelema genoemd
worden. Verder verdienen nog vermelding de orang toea
(oudsten) en de orang tjerdiek pandei (met den hadat ver-
trouwden), die in belangrijke aangelegenheden als adviseurs
in den panghoeloeraad zitting nemen.
Behalve de vrije mannen treft men in de Kwantanlanden een
groot aantal slaven en pandelingen aan !). Het lot dezer lieden
.*) T e L o eb o ek Ambatjang u it i o , te L o ebo ek Djarabi u it 20 personen. -
*) Dit w e rd medegedeeld doo r Datoek Bandhara van G o en o en g , die niet altijd
ve r trouw ba ar is gebleken. De C ontroleur T w is s meldt daaromtrent: « o f er slaven
en pandelingen v o ork om en is niet met zekerheid te zeggen.»
moet, evenals vroeger in de Bovenlanden, zeer dragelijk zijn.
Men noemt de slaven kamanakan di bawa loetoet (neef onder
de knie). Zij zijn Igpas ajam, niet lgpas alang: zoo vrij als een
kip, niet zoo vrij als een vogel.
Aan het hoofd van elk der vijf bondgenootschappen Staat een
orang gädang radja, die de vergadering der gezamenlijke panghoeloe’s
presideert. Hij voert een erfelijken galar (titel), en wel
voor Loeboek Ambatjang dien van Datoek Padoeka Radja, voor
Loeboek Djambi dien van Datoek Habib, voor Taloek dien van
Datoek Madjo Besei (Besar ?), voor Inöeman dien van Datoek
Sekaro en voor Tjeranti dien van Danau Poetro. Deze vijf orang
gädang dragen den naam van orang nan berlima ’). '
Elk bondgenootschap is eene vereeniging van kleine republie-
ken met eene erfelijke aristocratie aan het hoofd. Van eene
feitelijke Oligarchie is echter geen sprake. De macht van het
negriebestuur is even als die van den orang gädang radja zeer
beperkt. Besluiten worden naar Maleische gewoonte alleen ge-
nomen met völkomen eenstemmigheid. De beraadslagingen (moe-
pakat) zijn derhalve eindeloos. Van daar groote invloed der
orang pandei, mannen, die uitmunten door verstand en welbe-
spraaktheid; groote invloed ook van hen die door moed en
onverschrokkenheid vrees weten in te boezemen. Wie sterk is
en slim, kan feitelijk machthebbende in de Rantau Kwantan
worden.
Vroeger stonden de Kwantanlanden onder den vorst van Pa-
garroejoeng, en na de vestiging van het Nederlandsch gezag
m de Padangsche Bovenlanden huldigden zij den vorst van
Tjeranti of Basarah. Maar daarin is bij de troonsbestijging van
den tegenwoordigen titularis, Radja besar, Veränderung geko-
meijjMen heeft hem slechts erkend in de drie stroomafwaarts
gelegen bondgenootschappen, en daar is zijn macht, zooalsuit
) Bi, de onderhandelmgen met T a lo e k werd g ew a g g emaakt van v ie r sandi’s o f
aadsheden van den orang g äd an g , die hem in de M W I H B
i nden. O f du oo k met andere orang gäd ang het g e v a l i s , w e rd niet nagegaan.