den nacht op onze veldbedden doorbrachten. De Engelschege-
zagvoerder bleek echter zeer beleefd en voorkomend, en ook
’t consumabel liet weinig te wenschen over, terwijl het heer-
lijke gezicht op de Malakka-kust, het kanaal en de reede van
Singapore ons alle kleine ongeriefelijkheden deed vergeten.
Van Singapore vertrokken IJzerman, Koorders en Bakhuis
met de inlandsche hoofden naar Batavia, waar zij den ioden
April aankwamen. Ik ging naar Deli en trof daar André, van
wien ik vernam dat hij de prauw den dag na zijn vertrek uit
Bengkalis, naet tegenwind dobberend, had gevonden aan den
mond van de Kampar. De zieken waren hersteld, met uitzon-
dering van een der djawidrijvers, die aan leveraandoening be-
zweken was, en den zoon van den mandoer Taib, die een dag
te voren gestorven was, en die dus nog 17 dagen na den nood-
lottigen moordaanslag had geleefd. Ware hij eerder te Bengkalis
onder doctorshanden gekomen, wellicht had hij er het leven
afgebracht. Deze twee dooden zijn met den gesneuvelden mandoer
Si Enteng de eenigen onzer inlandsche volgelingen, die
zoover ons bekend gedurende de expeditie zijn omgekomen.
Van Alphen vertrok naàr Siak en maakte den terugtocht
der koelies over land mee.
VERSLAG OVER DE REIZEN
VAN DEN INGENIEUR J. ANDRÉ DE LA PORTE EN
DEN CONTROLEUR B. W. F. FOKKER,
VAN BENGKALIS NAAR LANGGAM, v. v.
(Uit hunne rapporten tot één verliaal samengevoegd door J. F. van ßemmelen.)
Zooals in het reisverhaal reeds met enkele woorden werd
vermeld, werd de expeditie IJzerman op het plaatsje Langgam
aan de Kampar opgewacht door den ingénieur der Stäatsspoor-
wegen André de la Porte en den contrôleur Fokker, met een
transport levensmiddelen. Ten einde te zorgen dat de leeftocht
tijdig ter bestemder plaatse aanwezig was, vertrok André de la
Porte den 7den Februari van Padang en begaf zieh over Batavia
naar Singapore, waar hij de noodige voorraden inkocht. Met deze
bereikte hij den 22st™ Februari Bengkalis, waar hij ze ihscheepte
in twee Chineesche prauwen, die den volgenden dag vertrokken
met het doel de Kampar tot Langgam op te varen. Hij
zelf ging in gezelschap van den Assistent-Resident vän Bengkalis,
den heer Schouten, aan boord van het stoomschip „Bengkalis”
naar Siak, om inlichtingen in te winnen over bestaande
wegen, en den contrôleur van Siak af te halen, die hem vol-
gens opdracht van den Resident van Sumatra’s Oostkust zou
vergezellen naar Langgam. Te Siak deed hij onderzoek en ver-
zamelde gegevens over diepte en breedte der Siak-rivier, den
toestand van t land aan beide oevers, den afstand waarop de
Talangs (hooge gronden) van de rivier verwijderd waren, de
31