weer en bereiken door straat Padang vârende onV half één
’s nachts Bengkalis.” -—
Daar de Chineesche prauwen met de goederen ondertus-
schen reeds lang de vaart tot Langgam moesten volbracht
hebben, bestond er voor André geen reden meer om' zijne
reis daarheen nogmaals längs Pelalawan te maken, en besloot
hij dus den landweg over Pakan Bahroe en Teratah Boeloe te
nemen. Zoo vert-rok hij den gie" Maart ’savonds te 12 uur
weder van Bengkalis, in gezelschap van den contrôleur Fokker
en den landeigenaar de Clercq uit Bandong.
De stoomer Bengkalis voerde hen de Siak op tot Pakan
Bahroe, waar zij in den avond van den 1 oden Maart aankwa-
.men. Fokker sçhrijft hierover: „De reis van Siak naar Pékan
Bahroe levert even weinig afwisseling op als die van Bengkalis
naar eerstgenoemde plaats. Steeds dezelfde eëntonige, onbe-
woonde oevers, nergens natuurschoon. Pékan Bahroe naderende,
wordt de rivier' smaller. Het plaatsje is een verzameling mor-
sige huizen, voor het meerendeel kedei’s (winkels). Ik begaf
mij, teneinde voor de voetreis van den volgenden morgen
vroegtijdig koelies te . kunnen bekomen, met den ingénieur André
de la Porte naar de hoofden, die ons met de noodige on-
derscheiding ontvingen en ons het verlangde aantal dragers
beloofden te verschaffen. Den 11den Maart des morgens te half
acht vertrokken wij daarop te voet naar Soengei Keloeloet
(André noemt het Soengei Keloeloek) en vandaar per sampan
naar Tratiî'Boeloeh. Het voetpad, het eenige wat nog is over-
gebleven van den 10 meter breeden weg, die door ,’t Gouvernement
is aangelegd maar niet wordt onderhouden, wordt druk
begaan, doch juist daardopr hoe langer hoe meer bedorven,
daar er niets wordt gedaan voor het onderhoud. Omgevallen
boomen blijven liggen en bij deze ontstaan kuilen door den
regen. Het water kan tengevolge van het «truikgewas, dat den
weg ter weerszijden van het bochtig voetspoor bedekt, niet
behoorlijk afloopen en vormt waar het staan blijft, gaten. Het
pad is zoo smal, dat wij steeds achter elka'ar moeten loopen;
onze goederen worden door de koelies met verwonderlijk gemak
op het hoofd voor ons uitgedragen. Voortdurend ontmoeten
wij Maleische kooplieden met allerlei handelswaren. Op ver-
schillende punten van den weg zijn houten stellages ten be-
hoqve dier reizigers gemaakt, waarop zij hun vracht kunnen
neerzetten en, zelf daarvan bevrijd, eenige rust kunnen nemen.
Op sommige punten zijn genoemde stellages geheel belegd met
de handelsgoederen van een aantal dragers, die zieh opgescho-
ten hebben in een nabijgelegen warong (lappau), waar rijst met
eenige toëspijs spoedig in gereedheid wordt gebracht. Ook wij
s tappen een dergelijke warong binnen. Het is een ruim huis
op lage païen, alwaar groepjes Maleische reizigers zieh te goed
doen aan het hun verstrekte eten.
„Het voetpad van Pékan Bahroe naar de Soengei Keloeloet
maakt geheel den indruk, een belangrijke verbinding voor han-
del en verkeer daar te stellen. Goederen van de Kampar, te
Trata Boeloeh aangebracht, worden over de Sg. Keloeloet per
prauw, of ook gedragen, naar Koèbang gebracht en vandaar
längs het pad naar Pékan , waar zé in de wekelijks daar komende
stoombootjes worden geladen en uitgevoerd. Na ongeveer vijf
uur loopens komen wij aan het plaatsje Koebang bij ’t begin
van meergemelde soengei, alwaar een aantal lange smalle sampans
(lage kano’s) liggen, van welke spoedig eenige door ons
ingehuurd worden. Bedoelde sampans hebben slechts weinig
laadvermogen ; zij brengen ons na een vaart van ongeveer een
half uur door een smal en zeer bochtig vaarwater te ongeveer
half twee te Trata Boeloeh aan de Kampar Kanan.
„Dit plaatsje heeft een leyendigen handel en bijna aile huizen
zijn kedeis (winkels). Een groot aantal prauwen, aan den oever
voor anker liggende, wijst mede op de bedrijvigheid en han-
delsgeest der bevolking. Deze staat ondër ëen datoek gedang,
het voornaamste hoofd, en vier panghoeloe’s , en is in naam
aan Siak onderworpen. In werkelijkheid zijn die hoofden geheel
onafhankehjk en komen : nooit met het Siaksch bestuur in aan-
raking.
„Ik had mij te Siak voorzien van een brief des Sultans aan