langer hoe meer bezwaren op. Het „hup” ! van den achtersten
meetkettingdrager, waarmede hij den voorsten waarschuwde,
telkens als een kettinglengte doorloopen was, en dus een merk-
baak moest geplant worden, hetgeen op goede einden weegs wel
vier maal in de minuut klonk, liet zieh nu slechts met tergend
lange tusschenpoozen vernemen.
Na een paar uur ,van waden, springen, mastloopen, volti-
geeren, struikelen en in den modder spartelen, hoorden wij
voor ons uit geschreeuw. Zouden wij de hooge gronden naderen,
of zouden we aan een rivier zijn gekomen, die overbrugd moest
worden! ? Helaas, een oogenblik later onderscheidden we het
akelige woord balik (terug), dat ons aan de Sigati reeds eens
zoo ontmoedigend in de ooren had geklonken. Wij hielden eerst
nog de koelies tegen, in de hoop dat zij zieh vergistten,' maar
na een kwartiertje zagen wij te midden der bemodderdé wor-
-telstronken IJzerman met den voortocht komen aanwaden, nat
tot den hals. Zij waren nog wel een drie kwartier gaans verder
doorgedrongen, maar hadden den toestand van ’t terrein steeds
origunstiger gevonden, eindelijk zoo-erg,; dat er geen plekje
meer was-, waar men niet tot dé oksels onder water stond. De
dag liep ten einde; wilden wij nog voor donker te Pangkalan
Dolei terug zijn, dan was het hoog tijd thans om te keeren.
Immers van kampeeren in dit bosch was geen. sprake, de toestand
was nog veel ongunstiger dan aan de Kampar, waar-
schijnlijk omdat de veenvorming hier nog niet zoo vergevorderd
was, en het water dus niet zoo goed in de laag van halfvergane
plantenresten opgezogen werd gehouden.
Teleurgesteld en geergerd over onze vergeefsche inspanning,
namen wij met hangend hoofd den terugtocht aan. Twee goede
dingen echter had ons deze mislukte poging bezorgd. In de
eerste plaats hadden wij een duidelijk inzicht gekregen in de
gesteldheid van ’t Pelalawan-stroomgebied, en geleerd om in ’t
vervolg zorgvuldig het overschrijden zijner grenzen te vermijden.
Ten tweede was er niemand onzer meer, die eenige begeerte
toonde om te trachten het gewonnen terrein te behouden; allen
waren even bereid om den volgenden morgen tot Pondok Pandjang
terug te keeren. Om half vijf waren wij terug aan het
vochtige landingsplaatsje Pangkalan Dolei, waar wij met baden
en: schuitje-varen de verveling en de muskieten trachtten te
vergeten. Mocht soms iemand. er zieh over verwonderen, dat
menschen, die den halven dag in het water hadden. gestaan,
’s avonds nog gingen baden en zwemmen, zoo diene tot zijn
naricht, dat de ondervinding leert hoe er geen beter middel is,
om de vermoeidheid en de onlekkere stemming, door zulk een
moerastocht veroorzaakt, te verdrijven, dan juist een frisch
bad met daaropvolgende krachtige afwrijving.
. V r i jd ä g 2 7 M a a r t .
Reeds ontstemd door het voor-uitzicht om meer dan twee
uur te moeten terugloopeh iri een richting recht van orts doel
af, bracht de luiheid en tuchteloosheid onzer köelies ons nog
meer uit ons humeur: zij verscholen zieh in de struiken, ten
einde geen last te moeten dragen, stalen het suikerriet van den
welwillenden hadji, en maakten schijnbabans van leege rijstke-
tels met öude lappen omhuld. Ten slotte echter was de heele
bende weer in beweging, eeüigen hunner beladen met. ;een aan-
tal rietstokken uit den tuin van den hadji, die de aandacht
van onzen houtvester -hadden getrokken,. omdat- zij zulk- een
groot aantal varieteiten vertegenwoordigden, alle volgens hun-
nen eigenaar uit inheemsche stekjes geteeld.
Twee uur later stonden wij weer bij de overgangsplaats der
Tapian Toepati, aan den oostrand van den langen ladang-, op
de hboge gronden.
Nu wendde IJzerman de koers noordwestelijk en overschreed
schuiii de tioordoostpunt van den ladang. ■ Wij • kwamen nog
eenige huizen voorbij, waar wij te vergeefs vroegen of er pisang
of andere vruchten tekoop waren. Een der bewoners antwoordde
ons zelfs zeer onbeleefd, wat ons te meer verwonderde daar alle
overige Tala-ng-bewoners, die wij ontmoet hadden, zieh even
vriendelijk, hulpvaardig en goed van vertrouwen hadden betoond.
Ook IJzerman bleek zieh over dezen man te beklagen te hebben :