5 2 6
moeras achter den rug was en de bodem droger werd, veran-
derde de vegetatie. Nu bestond zij hoofdzakelijk uit de zonder-
linge boomen van Mallotus hypoleuca Miq., die in him voorkomen
aan kolossale Ricinus-exemplaren herinnerden. De ondergroei
bestond uit dichte beddingen van een struikachtige, I Jib meter
hooge varen, die het meest op een Marattia geleek.
Eenige dagen later, 26 Maart, bezochten wij een tweede
moeraswoud, dat van Pankalan-Doelei ; dit had éen geheel
ander voorkomen dan het eerste, voornamelijk omdat de boomen,
die men er aantrof, niet zoo dicht opeen stonden en
meestal veel lager waren. Zij bereikten een hoogte van 5— 12,
hoogstens 15 meter en hadden kromme, laagvertakte stammen,
met dichte kronen- Ook hier waren slechts weinige soorten
vertegenwoordigd, daaronder een Anonacee, een paar Eugenia’s
en Barringtonia’s en dezelfde langbladige Pandanus, die wij reeds
vroeger hadden aangetroffen. In samenhang met de mindere
hoogte van het bosch en waarschijnlijk ook met het ontbreken
van sommige soorten, die in het Kampar-moeras voorkwamen,
vond men er niet de groote wortellijsten, de bezemvormige
luchtworteis en de boomen met Rhizophoren-habitus. Wel waren
er overal de lusvormige ademwortels, die om elken boom
dichte beddingen vormden, waarop zieh een dek van afgevallen
bladeren verzamelde. Deze beddingen vormden eilandjes van
i à 2 vierkante meter oppervlakte, een halven tot één meter
hoog, en daartusschen vond men weer een modderlaag, die
grootendeels uit rottende plantendeelen bestond.
7 . D e l a n d b o u w i n h e t h a r t v a n E q u a t o r l a a l S u m a t r a .
Voornamelijk wordt de landbouw in de binnenlanden van
Sumatra gedreven op ladangs of droge rijstvelden. Dit zijn kale,
uitgekapte, lichte plekken te midden van een donker hoogstam-
mig oerwoud, nu eens eenige tientallen, dan weder eenige
honderden hectaren groot. Men vindt daarop steeds een aantal
stronken van de grootste onder de gevelde boomen, die bij
het in gebruik nemen van het terrein zijn blijyen staan. Die
Sr'527 St
stronken zijn meestal 2 à 3 meter hoog en vuilbruin verschroeid
of zwart verkoold. Bij vele staan nog de primitieve ladders, die
bij het omkappen hebben gediend. Men doet dit op meer dan
manshoogte boven den grond, omdat aldaar de middellijn veelal
de helft of een derdë kleiner is dan nabij den grond, ook wegens
de groote wortellijsten, die den voet omgeven. Ook de omgeval-
len stammen, waarvan sommige 30 à 40 meters lang zijn, en zoo
dik dat een volwassen persoon op den grond staande er niet over
heen kan zien, zijn op het terrein blijven liggen. Men heeftze
met de kleinere boomen , welke vlak bij den grond werden afge-
kapt, en de lianen, struiken en kruiden, die op de plek groeiden,
gezamenlijk in brand gestoken. Het grootste gedeelte hiervan
wordt door de vlammen verteerd ; de zware boomstammen al-
leen blijven in half verkoolden toestand over. De aldus van
levende planten gezuiverde bodem wordt met de patjol opper-
vlakkig omgewerkt, en met rijst en eenige andere gewassen be-
plant. Evenals op de droge rijstvelden van Java wordt de rijst
niet eerst op bevloeide kweekbeddingen uitgezaaid en daarna
overgeplant, maar dadelijk op de ladangs zelf gezaaid in kleine
plantgaten, welke met een stok in den grond worden geboord.
De soort, die hier gekweekt wordt, gelijkt het meest op den
pari-gogo der Javanern Tusschen de rijst vindt men meestal
eenige andere gewassen, waaronder Cassave en Bataten, van
welke beide de knollen als aardappelen worden genuttigd ;
vervolgens suikerriet in 4 of 6 variëteiten '). Het suikerriet
Staat gewoonlijk1 vlak rondom de ladanghut, doch soms is er
een uitgestrektheid van wel een paar hectaren mede beplant.
Op enkele plaatsen wordt er met behulp van zeer primitieve
werktuigen een donkerbruine suiker uit bereid, doch meestal
wordt het riet eenvoudig gekauwd als genot- en voedingsmiddel.
Ook Ananas en Pisang behooren tot de gewassen der ladangs.
Verder een paar komkommersoorten, wier jonge vruchten rauw
en gekookt als groenten worden gegeten. De schaal van één
1) Van een tweeta l dezer variëteiten zijn exemplaren levend overgebracht naar
’ s Lands Plantentuin.