wetenschappelijke spellingswijze van den Heer van der Toorn
gevolgd. Het verschil tusschen beide is echter niet zoo groot,
dat het voor ’t terugvinden der besproken plaatsen, rivieren
en streken eenig bezwaar behoeft op te leveren.
De photographiefin, die hetzij als zoodanig zijn weergege-
ven, of voor het maken der. teekeningen tot grondslag hebben
gediend, zijn deels vervaardigd door den Ingenieur Delprat,
deels door den Luitenant Bakhuis. De teekeningen zelve en de
opwerking der in zink.- en lichtdruk weerg-egeven photo’s zijn
te danken aan de bekwame stift van den gep. luit.-kol. van
het Indische leger G. B. Hooyer, die zieh daardoor voorzeker
een blijvende aanspraak -. op de da-nkbaarheid - der schrijvers
heeit verworven.'
Eveneens zij hier hun dank gebracht aan Dr. J. G. Boerlage,
conservator van ’s Rijks Herbarium te Leiden, die zieh welwil-
lend heeft belast met de redactie en correctie van het Botanisch
Gedeelte, ’twelk het derde onderdeel van dit werk uitmaakt.
Möge dit boek iets bijdragen om de belangstelling te be-
vorderen voor Midden-Sumatra, en aldus de-moeite, de kosten
en de menschenlevens, die de expeditie van Padang naar Siak
heeft geeischt, vruchtdragend te maken voor de welvaart van
Indie en Nederland.
’s Gravenhage, O c to b e r 1895. J. F. v. B
I N H O U D .
1
DE O N A FH AN K E LIJK E K W A N T A N L A N D E N ,
d o o r d e n H o o f d i n g e n i e u r J. W. J J z e r m a n . .
Biz.
I. In l e i d i n g ........................................................................................................................................................................ 1
Meeningsverschil o v e r a ivo e rw e g Oembilinkolen naar O o s tk u s t i .
Vie rd e mogelijk e a fv o e rw e g naar Siak 4. Ko lenverb ruik Singapore 6.
Vo ord eelen sp o o rw e g naar O o s tk u s t 6. V o o r s te l aan Reg e e r in g om -
trent expeditie 8. •
II. D e K w a n t a n d i s t r i c t e n , d e . IX K o t a ’ s ' e n d e K a m p a r - K ir i - L a n d e n . . . 9
lnwinnen van g eg e v en s 9. Plaatselijke kennis der inboorlingen 10.
Begrip v an een Maleische Staat 1 1 . On zek e re grens der Gouvernements landen
12.
a. D e K w a n t a n l a n d e n . ........................................................................ 12
Indeeling 13. Grenzen 15. Kwantanrivie r 16. Gesteldheid van land
en w e g en 17. Familieindeeling 18. Negriebestu ur 20. Staatsbestuur 21.
Rechtspleging 22. Bevolkingscijfer 23. Landbouw 24. Nijve rheid 25. Hef-
fingen 26. G od sd ien s t, Feesten 27. T a a l 28.
|i. D e I X K o t a ’ s . .............................. 29
Grenzen 29. Rivieren 30. W e g en 31. Bestuur 32. Land b ouw 32.
Aanrakingen met het N .- l. Gouvernement 34.
c. D e K a m p a r - K i r i - L a n d e n ................................................................................... 3°
Rivieren 36. Neg rien 38. W e g e n 39. Bestuur 39. B evolk ing 40.
III. D e K w a n t a n d i s t r i c t e n v ö ö r 1890 .................................................. 41
O n tw ik k e lin g van ’t staatsbestuur 4 1 . P ad ri-oo rlo g 45. Geslachtsboom
4 7. E r fop vo lg in g der Radja-Kwantan 5°* Verbanning Radja di
Boea 51. Kwantancommissie 53. O p k om s t van Datoek Sireno en A n g k oe
Kali Radja 54. Inlandsch gezants chap naar Kwantanlanden 57. Dood
van de G re v e 62. Geschillen tusschen Gouvernements-ond erdanen en
Kwantanbewoners 62. R eg e lin g der aanrakingen met onafhankelijke g e w
es ten 67. Optreden van tegenwo ord ig en sultan 68. Radja di Boea’ s
laatste jaren 73. A fv a l der wes telijk e districten 74.