en door Pa Bokko zelf, die met het vaarwater bekend was,
geroeid werd, zoodat hij niettegenstaande de tallooze hinder-
nissen en versperringen in de Soengei Mempoera, in ongeveer
vijf uren Siak bereikte. Fokker daarentegen slaagde er in nog
den avond van zijn aankomst twee kleine prauwen te krijgen:
een uitgeholde boomstam (djaloer) en een boomschorsbootje (sampan
koelit)j waarmee hij onmiddellijk verder voer, in de hoop
nog dienzelfden avond vöör donker Siak te bereiken. Hij liet
al zijne bagage eri mondvoorraad bij Pa Bokko achter, daar
de kano’tjes nauwelijks groot genoeg waren om hem en zijne
vijf volgelingen te bevatten. Zoodoende kon hij geen roeiers,
die met de rivier bekend waren, meenemen. Over zijne weinig
voorspoedige reis schrijft hij:
„De Soengei Mempoera is in den beginne een zeer smal en
ondiep riviertje, dat eerst dicht bij hare monding goed bevaar-
baar is. Het ligt vol boomstammen, ieder oogenblik moeten de
sampans over boomen, die even onder de oppervlakte liggen,
heen geduwd worden. Even dikwijls moeten zij door eene kleine
opening, die de boomen, welke dwars over het water liggen,
overlaten en die soms eerst na feenig zoeken geVonden wordt,
heengetrokken worden , want deze opening is dikwijls- slechts
eenige centimeters in doorsnede.- Onze sampans zijn gelukkig
klein en steken weiiiig boven water uit, wat echter tengevolge
heeft, dat de minste beweging bij het verzitten hen doet water
scheppen, ’tgeen eveneens telkens gebeurt, wanneer zij tegen
een onder water liggenden, onzichtbaren boomstam aanstooten.
Herhaaldelijk verdeelt de rivier zieh in twee evenwijdig loo-
pende takken , een waarvan wij dan op goed geluk inslaan, wat
meermalen veroorzaakt , dat wij niet verder kunnen en moeten
terugkeeren om den anderen weg te nemen. Op ondiepe plaat-
sen moeten wij al orize krachten insparinen om de djaloer, die
vrij zwaar is, door den modder te krijgen. Telkens en telkens
moeten wij allen onze vaartuigjes verlaten en in de rivier
staande met vereende krachten ze over en door de hindernis-
sen heen trekken. Tot overmaat van ramp begint het om drie
uur hevig te -regenen, zoodat wij in onze doorweekte kleeren
weldra zitten te klappertanden van koude en ik den achter-
aanzittenden roeier benijd, die door de voortdurende inspan-
ning van het. pagaaien en sturen, iets waartoe eene- zekere
behendigheid vereiseht wordt, blijkbaar het minste last van de
koude heeft.
„Links en rechts licht bosch, nérgens een spoor van eene
menschelijke woning. Droge kleeren, eten en drinken-ontbre-
ken, daar alles is achtergelaten, en de reis neemt geeneinde ,
zoodat mij steeds sterker de vrees bekruipt verdwaald te zijn,
daar wij volgens Pa Bokko reeds te 5 uur Siak hadden moeten
bereiken.
„Tegen 7 uur houdt de regen eindelijk op en komt gelukkig
de maan ons den weg wijzen.
■ - „Na nog eenige uren roeiens wordt de rivier merkbaar breeder
en spoedig daarna verschijnen woningen aan den oever.” .—
Eerst te half twaalf ’s nachts kwam Fokker te Siak aan. De
geleden koude en vochtigheid bezorgden hem een koortsaanval
die belette, dat hij volgens afspraak de expeditie met het rijst-
transport tegemoet trok.
André kwam den 6^” Maart te Siak en vertrok den volgen-
den dag weder per „Bengkalis” naar den mond van de Kampar,
-waar hij in den morgen van- den achtsten de sloep met den
Assistent-Resident aan boord aantrof, die daar reed.s den heelen
nacht had gelegen, aan wind en stroom overgeleverd.
„Zoodra hij en zijne roeiers aan boord zijn genomen, wordt
koers gezet naar Bengkalis,-echter ditmaal over Tebing Tinggi,
daar men, de Brouwersstraat doorgaande, nergens brandhout
kan innemen, terwijl daarentêgén te Tebing Tinggi st-eeds ge-.
kloofd bakau-hout in voorraad is. Tusschen de .eilanden Sera-
pang en -Laboe en daarna tusschen Toepang en Rantau, doorgaande,
komen .wij in de. straat Ajer Hitam en om half vijf n.m.
voor Tebing Tinggi, eengroote, slordige Chineesche kampong,
waar wekelijks drie stoombootjes van Singapore längs komen
op hun doorvaart naar Bagan A pi-A pi, en de sago afhalen,
die op het eiland bereid wordt,
„Na brandhout ingenomen te hebben, vertrekken wij-te 5 uur