teng gaf hedeti den slamätan (lijkmaal), waartoe hij niet vroeger
in de gelegenheid was geweest.
»Tegen den middag kwam Datoek Bandara van Langgam zieh
melden, die.van den contrôleur Fokker vergunning verkregen
had onze komst af te wachten op zijn ladang te Tambak, een'uur
roeiens de Sigati op. Hij bleek een man van ongeveer 50 jaren.
Kampar bij Moeara Mahi (Mahat).
„Naar zijne meening zou men vruchteloos zoeken naar iemand,
die met de streek aan de overzijde der rivier bekend was. Het
was niet geraden door te dringen in die moerassen, van wege
de tijgers, maar meer nog de booze geesten, die er huisden.
Dat hadden lang geleden twee personen ondervonden, die er
gbtah waren gaan zoeken en nimmer terugkeerden. Wij hadden
trouwens zelf de opstopping van boömstammen gezien , waardoor
die booze machten de Sigati voor goed bedorven hadden. Ook
de hadjis te Langgam, verscheidene in getal, die gewoonlijk
zooveel slimmer zijn dan hunne dorpsgenooten, en daaronder de
vriend die van Alphen had beetgenomen, lieten ons in den
steek; er was niemand te vinden die ons den weg kon of wilde
wijzen.
„Om uit Datoek Bandara te halen, wat voor ons van belang
was, liet ik hem de zijtakken der Sigati opnoemen. Het duurde
lang, eer hem met lucifers de bedoeling der vraag duidelijk was
gemaakt, maar toen hij eindelijk begreep wat ik wilde, ver-
meldde • hij, bij de monding te beginnen : links de Loeboek Kalau,
rechts de Loeboek Mambang, de Soengei Langkang, de Soengei
Dajoeng, de Soengei Tantalang, de Soengei Boeloe Ampei,
de Soengei Lagan, dan links de Soengei Soeminik en de Soengei
Pabadaran, en eindelijk weer rechts de Soengei Tanah-
Abang.
. -„In zijn jeugd was hij eens te Goenoeng Sailan geweest, maar
omirent de oevers der Kampar Kiri en de daaraan gelegen
plaatsen waren zijne mededeelingen van weinig belang.” iJEk-
De dag was nog heeter dan de voorgaande en het water
Steeg voortdurend, zoodat de omtrek bijna onbegaanbaar was.
Een poging om wat vogels te schieten en kapellem te vangen,
leverde weinig op; Koorders, die in een. prauw de Sigati opge-
varen was, kwam met meer buit thuis,,. eenige fraaie vogels
en een bonten eekhoorn ; ik had echter niets om ze in te bewa-
ren, want het blik met alcohol:, dat André voor mij had mee-
gebracht, bleek onderweg te zijn leeggeloopen.
s Middags kwamen twee der inlanders, die met den heer de
Clercq waren meegegaan, terug, met een briefje van dezen,
waarin hij om geld,. busjes met conserven en rijst vroeg. Het
briefje was gedateerd uit een ladang. drie dagreizen ver den
weg op naar Pangkalan Baringin. Wij gaven het gevraagde
mee, en sehreven hem een bericht over de behouden aankomst
der expeditie.
T.egen den avond begonnen wij met spanning uit te kijken
naar de terugkomst van André. Het werd echter donker enal