rijstzakken te. naaien, geschikt voor ddnmans-vrachten. De
djaksa en de toeankoe deelden de koelies op nieuw in, en wezen
ieder zijn baban toe. Bij 't nagaan der goederen, die wij bij
onze aankomst te Langgam nog bezaten, bleek in de twee
daaraan voorafgegane dagen heel wat verdwenen te zijn; waar-
schijnlijk was dit grootendeels door de koelies verkocht aan de
ladang-bewoners, in ruil voor rijst. Het ergst was het gesteld
met de bijlen en kapmessen: van de eerste waren er nog twee
over, van de laatste, die ten getale van 150 in Sidjoendjoeng
waren uitgedeeld, geen tien meer. Het gelukte ons echter nog
voldoende parangs bijeen te krijgen om er een kapcolonne mee
te wapenen. Verder werd bekend gemaakt, dat degenen, die
zieh te ziek of te zwak voelden om verder mee te gaan, zieh
moesten aanmelden, en dat zij met een prauw. de Kampar af
naar Bengkalis zouden gezonden worden. Nauw had zieh dit
gerucht onder de koelies verspreid, of een aanzienlijk getal
verzamelde zieh om onzen Chineeschen heelmeester, en ver-
klaarde met diep ongelukkige gezichten en klagelijke stemmen,
dat zij niet meer in Staat waren verder mee te gaan. Blijkbaar
hadden zij meer dan genoeg van het waden door moerassen
en t kampeeren in t bosch, en waren de ongunstige berichten
over de streek benoorden de Kampar 00k onder hen bekend
geraakt. Wij hadden echter dit plotseling uitbreken van zulk
een algemeenen ziektetoestand van te voren zien aankomen,
en het geneesmiddel daarvoor reeds gereed. Op de eerste aan-
kondiging volgde een tweede: dat ieder, die met de prauw
naar Bengkalis wenschte mee te gaan, van het oogenblik van
vertrek af geen soldij meer zou ontvangen. Het drankje bleek
probaat, als met een tooverslag werd de geheele schare weer
beter, op enkelen na, die wij meerendeeis reeds van te voren
als werkelijk ziek hadden aangewezen. Slechts weinige koelies
hadden zulk een afkeer van de expeditie, dat zij volhardden
in ’t voorwenden van ongesteldheid, en toen aan deze bewerin-
gen geen geloof werd geschonken, in den nacht trachtten te
deserteeren, wat aan een twee- of drietal 00k gelukte. Wij be-
hoefden ons daarover echter niet ongerust te maken, het aan