Nu eens zijn de oevers woest en rotsachtig en dragen zij dui-
delijke spo'ren :van heftige bewegingen der aardkorst, dan weder
vertoonen zij .flauwe glooiingen met zacht golvende lijnen, maar
altijd zijn ze met een dicht woud bedekt, waarin slechts hier
en daar een vak voor drogen rijstbouw is uitgekapt.
Wij hielden rust op het zandige aanzetsel van den linkeroe-
v e r , aan de grens van Loeböek Ambatjang’s grondgebied, dat
door de Soengei Benjawan en- de Batang Käring van Padang
Tarab en Tandjoeng. Käling gescheiden wordt. Onze geleiders
gingen met acht rijksdaalders als geschenk aan de Datoek nan
berampat vooruit, om onze komst aan te kondigen. Wij volgden
nä afloop van den maaltijd en voeren benoorden Poelau Tim-
poeroeng längs Kampoeng Sikamboet op den linker en Boea
Käras op den rechter oever, om kort bij Soempoerago niet
ver van den missighit aan wal te komen.
De balei, een gebouwtje met open wanden, waar het negrie-
bestuur zijne vergaderingen houdt, was voor ons verblijf be-
stemd. Weldra zaten we daar te midden van hoofden en menschen
, afkomstig uit de Gouvernementslanden, die ons kwamen
verwelkomen.
De goederen werden gelost en onder de balei geborgen.
Dank zij de medegebrachte pandanmatten was ons gevolg
spoedig in een kring daaromheen gekampeerd.
Weldra stroomden de aangrenzende kampongs leeg; kleinen
groot, vrouwen en mannen liepen uit om ons te bekijken.
Baosman wisselde een paar rijksdaalders, welke hier 900
duiten het stuk gelden, en' riep de kleine jongens tot zieh. Aan-
vankelijk aarzelden de bengels naderbij te komen, maar toen
zij zagen dat ieder 10 kepings kreeg, was de verlegenheid spoedig
geweken. Doch er waren niet genoeg kinderen om de duiten
op te maken. Toen kwam de beurt aan de grooteren, ieder kon
zijn hand ophouden om er eenige te bekomen. Maar 00k daar-
mede kwam geen einde aan de 1800 stuks. Eindelijk strooide
onze Arabier het kopergeld onder het volk, en nu verdrongen
vrouwen en kinderen zieh om het meester te worden. Zelfs
moeders met zuigelingen op den rüg gebenden grabbelden mede.
Kwantan stroomopwaarts van Sampoerago.