XXXII.
Hoofd
stok.
p otu i.
iv.
Pcdheps.
'Klein
Duikertje.
de hooge Meiren van Europa en Amerika, en
maaken ’er een dryvend Neft in de Inhammen
van de Zee, waar opzy te broeden zitten; zegt
L inn^ us dat hem verzekerd is. Zie hier zyne
befchryving vandeezen Oor-Fuut, die, zo Ra-
jus zegt, omtrent een derde kleiner is dan een
Taling.
In ’t Mannetje is de Kop en Hals zwart: van
de Qogen nederwaards loopt een roeftkleurige
ftreep, beftaande uit langer Vederen. De Rug
is zwartagtig; de Slagpennen van den eerften
rang zyn zwart, die van den tweeden wit; het
L y f onder de Wieken vaal, de Bek zwart. Het
W y fje is byna geheel graauw, met de Slagpen,
nen een weinig zwartagtiger; doch een andere
vondt men weder van andere kleuren. In beiden
is de Staart zeer kort; de Kop met bruine Doren
gewapend, de Bek fpits en fcherp.
(4) Duiker met gelobde Voeten, het Lyf bruins
de Bek met onderhallen Band.
Deeze Duiker, welken C atesby noemt kleine
Aarsvoet met eenbonten Bek, wordt van Klein
Colymbus fuscus en van Rrisson Karolinifche Rivier
Grebe geheten. Ik noem hem klein Duit
kertje, om dat hy zo klein i s , in vergelyking van
de anderen, hebbende naauwlyks de grootje van
een
(4! Colymbus Pedibus lobaris, Corpore fusco, Rqftrq
fascil fesqui altera. Syfl. Nat. X. Podiceps minor, Rq»
fryo vario. Catesb. Car. t. p. 91. X. 91»
een klein Hoender-Kuiken. Zyn kleur is bruin, II.
van boven donkerer, van onderen bleeker; de Afdeel.
Borft naar Olyfkleur trekkende; de Keel zwart;
de Onderbuik vuil-wit; de Slagpennen bruin. De stok.
Bek is graauw, doch omgeven met een zwarten
Band, in ’t midden zyner langtê , en de wortel
van de Onderkaak is ook zwart.
Behalve deezen, die zig op Vifchryke Mei- Fu^ vieï‘
ren in Karolina onthoudt, heeft de Heer Bris-
son eenen Rivier-Fuut van St. Domingo belchree-
ven en afgebeeld, die nog kleiner is, van bo-
ven zwartagtig, van onderen Zilverkleurig wit
met bruine Vlakken; de Slagpennen witagtig;
de Bek en Booten zwart. Een anderen Rivier-
Fuut heeft h y , die in Vrankryk gemeen is , en
aldaar le Cajlagneux genoemd wordt wegens zy ne
bruin-rolfe kleur van boven, doch van onderen
ook wit is, hebbende den Bek en Pooten
roodagtig. Deeze is van grootte als het Karo-
linifch Duikertje, doch men vindt ’ er ook een
die zwartagtig is. De Katalogners, in Spanje,
noemen hem CabuJJet o f Cabuzzo en deFranfchen
forntyds Souchet.
De bereide Borftvelletjes der Fuuten leve- ,
ren een zeer koftbaar Bont uk , dat in het
Franfch ., naar derzelver naam, Grebe o f Greve
genoemd wordt.