II. (2) Reiger met wit gevederde Wenkbraauwen ,
A fdeel. agterwaar^s eene iang neerhangende Kuif
Hoofd- m a k e n ’
stuk. jy e Ouden hadden, zo ’ t waarfchynlyk i s ,
pr?1' onder de benaaming van Otus en Scops deezen
*« Jvffeitje, Vogel op ’ t o o g , en deswegens geeft M oeh-
ring ’er den laattt'gemelden Naam aan. Anderen
noemen hem de Numidifche Kraan , naar zy-
ne Woonplaats, en ’c Juffertje van Nuraidie,
• wegens de fraaiheid van zyne geftalte.
Het is de twaalfde en laatfte Soort in ’t Ge-
flagt der Oijevaaren by den Heer B risson, die
zegt j dat dezelve kleiner is dan een gewoone
Kraanvogel, L inn,®us geeft ’er de grootte aan
van een Oijevaar; het Lighaam blaauwagtig
Afchgraauw; de Kop* Hals en Slagpennen van
den eerden rang zwart, gelyk ook de Vederen
die aan de Keel nederwaards hangen: doch
die Vederen, welken vyederzyds, agter de Oo-
gen, een omgekrulde Kuif maaken, z ynw it,
en de Oogen'rood met Afchgraauwe appelen.
De Bek is aan den wortel groen, in ’t midden
geel, aan ’t end rood ;, de Pooien zyn zv5art.
’t Is een zeldzaame Vogel, die zig in de
Ooflelyke Landen, en miflchien ook in Barba-
rïe , o f in dat gedeelte van Afrika,’t welk men
eer-
(2] Ardea Superciliis albis retrorfum longe criftatis.
Sjrft. Nut. X, Virgo Numidica. Edw. ^Av. 134. T, 134-
Dodart. Mem. III, p, 1. Grus Numidica. Alb.,^ * . UI*
p. 78. T. 83.
eertyds Numidie noemde,onthoudt. Men heeft jj
’er, omtrent den aanvang deezer Eeuw, eenigen Afdeel.
levendig gehad te Verfailles. M,.
Hoofd-
(r>) Reiger met het Hoofd van hoven kaal en STUK*
° III
Wrattig, het Lyf Afchgraauw , de WdekêitCahtdènfu.
van buiten bleek-rood. Kauadafche
Kraan.
Edwards , door wien hy alleen befchreeven
is en afgebeeld , noemt deezen de bruine en
Afcbkleurige Kraan; Brisson de Kraanvogel
van de Hudfons-Baay, alwaar men hem by Zomer
vindt. De grootte is omtrent als die van
den gewoonen Kraan: de kleur van boven ros-
agtig, met de Vederen bruin gerand; van onderen
rosagtig Afchgraauw; die van den top
van ’t Hoofd roodagtig, met zwarte Hairagtige
Veertjes o f Pluimpjes b e z e t: de Wangen en
K e e l'w it, het Agterhoofd en de Stuit Afchgraauw
: een dwarfen witagtigen band op de
Wieken; de groote Slagpennen zwartagtig
bruin met witte Schaften; de Staartpennen
donker Afchgraauw; de Pooten zwart; de Bek
zwartagtig, doch aan ’t end van bleeke
Vleefchkleur.
(4) Reiger met den top vhn 't Hoofd kaal en iv.
. . . . „ , . . . . . Wrat- Kf rarauns'-
(3} Ardea Syncipite nudo papillofo, Corpore cinereo, vogel.
Alis-extus teftaceis. Syft. Nat. X. Grus fusca, Canaden.
fis. Edw. Ml>. 133. T. 153.
{4) Ardea Vertice nudo papillofo, Fronte, Retnigibus»
Occipiteqne nigris, Corpore cinereo. Syfl. Nat. X. Ardea
Vertice papillofo. Faun. Snee. 131. Grus, Bell. *Ar.
E Dbïl, Y. Sivx, M 4 41,