I I . zelve zig wit vertoont. De Kleur is zeer ver-
A fdeel. fc^i’Jende; in fommigen wit, in anderen zwart-
aatig , in anderen ros. Anderen , en wel de
stuk. meeften zyn Afchgraauwagtig blaauw , met den
Hals glimmend Goud-groen , met een weer-
fchyn van geel Koper naar de opvatting van de
Lichtftraalen. Eenigen hebben eene mengeling
van de gezegde Kleuren, doch allen, hoe ook
gekleurd , zyn zy aan het onderfte van de
Rug wit.
R o o m f c h e De Roomfche of Romeinfcbe Duif, die als een
Duif' ander §oort van Hok-Duiven kan aangemerkt
worden, in ’t Italiaanfch Tronfo , AJlurnellato,
in ’t Engelfch R un t, in ’t Franfch Pigeon Ro-
main genaamd, verfchilt voornaamelyk in grootte,
zynde omtrent zo ly vig als een Hoentje. De
Wieken bereiken byna het end van de Staart,
en zyn , derhalven, naar evenredigheid langer
dan in de gewoone Duivem Men vindtze van
allerley Kleuren, en dikwils aan den Hals
met eenen weerfchyn als van Goud. Een Ver-
fcheidenheid derzelven , die men Ruigpooten
noemt, le Pigeon patu , heefc de Pooten tot
over de Vingeren gevederd, en eene andere is
gekuifd , wordende Cyperfche Duif geheten. Een
derde, die ook gekuifd is en de Pooten gevederd
heeft, doch zeer groot en over 't geheele
L y f Sneeuw-wit zynde, noemt men deNoorfcbe
Duif. Een vierde, de Duif van Barbarie genaamd,
heeft een zeer korten Bek , en om de Oogen
is een breede Ring van een kaale pukkelige
en
en Meelige Huid, gelyk in de Briefdraagers, n.
zegt R a y . A fdeel.
LVI.
( 2 ) D u if met een opgezwollen Borfl. H oofds
tu k .
Van P linios wordt deeze Campana genaamd, 11.
om dat ten zynen tyde veel zodanige Duiven Kroppen'*
in Campania waren , zegt Charleton. Zy
hebben de grootte van de Roomfche Duiven,
en zyn gemeenlyk onder den naam van Kroppen
o f Afep-Duiven bekend. Brisson merktze aan,
als de tiende Verfcheidenheid van Roomfche
Duiven.
( 3 ) D u if met de Veeren van ’t Agterboofd om-
geboogen overend fiaande.
11L
CucuUuta,
Kapper.
De naam van Kapper wordt aan deezen door
ons gegeven: men noemt hem ook gekapte Non
of Jacobyn-Duif; om dat de Kuif, van agter-
over geboogen Veeren , die hy op ’t Hoofd
heeft, eenigermaate zweemt naar een Monnikskap.
Z y voeren ook den naam van Engelfche
of Ruffilche, en in ’t Hoogduitfch van Schleyer
en Paruquen-Tauben. Het is de vyfde Verfcheidenheid
van Roomfche Duiven, by B r is son.
(4)
( 2 ) C o l u m b a P e f t o r e i n f l a t o Syfl. N a t . X . C o l u m b a
g u t t u r o f a . Wil l . Om. 1 2 1 . T. 34. R aj. ^ Af. 60.
( 3 ) C o l u m b a p e n n i s O c c i p i t i s r e f l e x o - e r e ó t i s . Sy/t.
Nat. X . C o l u m b a c u c u l l a t a f. J a e o b s e a . R aj. 6a.
A i.b. ^4y. I I I . T. 4 3 . C o l u m b a A n g l i c a f . R u f f i c a ,
G esn. ^Av. 279-
1. D eel. V. Stuk. Ee 4