m
f f
p
II1m R®
Ifg
I
1g1
Ma
jj gens de kleur door de menigte van Vogelflrant ,
A fdeel. het befcheeten Eiland noemt.
XXIV. hlen vangt in Straat Davis de Berg-Eenden
wel met Vallen, gelyk de Voffen, doch ge.
Vangft der meenlyk weeten de Inboorlingen dit Gevogelte
Water.Vo- meC pyjen ujt hunne Schuitjes te fchieten. De
wilde Eenden worden in Moerafllge LandflreeT
ken , aan de Ooflzyde van Engeland , gevangen
met dergelyke Netten, als die men te Lande
tot den Patryzen-Vangfl gebruikt. Eenige honderd
Schuitjes komen, als ’t in de tyd is, daar
toe by een. Op de ondiepe Zandplaaten, daar
’ t Wier groeit, tuffchen Wieringen , TeiTel en
Vlieland , in de Zuider-Zee, wordt een menigte
Ganzen, Eenden, en dergelyk Watergevo-
gelte gevangen met Slagnetten, die ongelyk
grooter, doch anders op . gelyke wyze als de
Vinken- en LeeuriksVNetten zyn toegefield, ’t
welk men dompen noemt, De Dompers zitten,
op eenigen affland van het N e t , in een Schuitje
, dat vafl legt, aan de Treklyn: inmiddels
zyn ’er eenige Vogelen, die men Baanzwem-
mers of Roepers noenjt, met Touwtjes onder
Water vafl gemaakt, die door hun gekwaak de
Vogelen, welke uit Zee komen aanvliegen, by
hun lokken, om te aazen op het Zaad van ’t
Wier. Wanneer nu de wilden neergeftreeken
zyn , wordt hun het Net over ’t hoofd gehaald
door den Domper , die dus dikwils honderd
Vogelen op éénen Dag meefter wordt.
Vogel. De gemeenftc manier om ’c Waterge vogel te,
fepoijen. ‘ dat
dat by zulke menigten in de groote Steden ver- n.
tierd wordt, te vangen, is door middel van A fdeel.
Vogelkooijen. Men vindt ’er in dat gedeelte
van ’t Engelfch Graaffchap Lincoln , ’t welk stuk.
wegens zyne laagte Holland geheten wordt,
veelen, die ’er verhuurd worden voor vier- o f
v y f honderd Ponden Sterlings, dat is over de
vier- of v y f duizend Guldens, in ’t Jaar. Ook
zyn zy menigvuldig in ’t Graaffchap Cambridge;
wordende uit eene Kooy, niet ver van deSrad
E ly , als ’t in ’t- Saizoen is , doorgaans drie
duizend koppels Eenden, in een Week, naar
Londen gebragt.
In de Vereenigde Provintiëri, doch inzonder- Plakkaaren
heid in Holland en Weftfriesland, worden ins- trent in de -
gelyks Vogelkooijen gevonden. De Koning
van Spanje, in ’t jaar 1567, by Plakkaate het
flooren der Vogelkooijen in de Nederlanden
verbooden hebbende, fielden de Staaten van
Holland, in ’t jaar 15855 voor altoos en by
forme van eeuwigen gebode vafl, dat niemand 3
by of op vyf honderd Roeden naa omtrent de
Vogelkooijen of Driften, noch in o f omtrent
deKreeken, Killen ^ Rivieren en andere Wateren,
daar op of aan loopende, noch op eenige
Werven daar omtrent gelegen, eenige lange of korte
Roers of Boffen lojfe fchieten, noch op de
Schutten kloppen , de Zeilen fchudden o f over
werpen , noch eenig Geluid of Getier mag
maaken, waar door het Gevogelte verjaagd o f
gefloord zou kunnen worden ,-op de verbeurte
1. Dssi, v. siwk, A 4 , van