(18) Kernbyter die zwart i s } met een Jlreep
op 't Voorhoofd en de_ zyden van den Kop
wit.
Deeze, die in Afie zig onthoudt, heeft de
Lineola. grootte van een Mees: hy is , van boven, uit
Geftreepte. ^en t,iaauwen glimmend zwart, met een zwarten
bultigen Bek; een witte flreep van ’t Voor*
hoofd naar den top loopeude: de Slagpennen
en deStaart, die gevorkt is , zwart.
XIX. ( 1 9 ) Kernbyter die grys ist met het Voorhoofd,
Mexikaa”n- de Keel, Stuiten Wenkbraauwen, geel.
fche gryze.
ByEüWARDS voert deeze den naam van Mexi-
kaanfche Vlafchvink met een geelen K o p :
B risson noemt hem Mofch van Mexico, en Klein
hadt hem geplaatft onder de Geelgorfen. De
grootte is als een Vink. Twee Afchgraauwe
banden loopen over de Vlerken. De Staart is
niet verdeeld.
XX. (20) Kernbyter die geelagtig groen is , mei
Groeriüng. ^ ^ aëPemen mn den eerjlen rang van
vooren geel, en de vier zydelingfe Staartpen*
nen geel aan den wortel.
Dee-
(18) Loxia nigra, linea frontali Temporibusque nigris,
Syfl. Nat. X.
(19) Loxia grifea , Fronte Gula Uropygio Superdliis.
q«e iuteis. Syfl. Nat.X. Liaaria Mexicana, Capice flavo
Edw, ^Ay. 44. T. 44.
(20) Loxia flavicame-virens , Remigibus primoribus
ga.
LX.
H oofdstuk.
XVIII.
Deeze wordt, van fommigen , de groene Vink ir.
genoemd, en was te vooren, van L innveus, on- A fdeel.
der de Vinken geteld geweeft. Brisson plaatlt
hem onder de Moffchen. Anderen noemen hem stuk. ’
Antbus, Florus; doch de Griekfche naam Chlo- Grttnling,
ris, dat is Groenling, in ’t Franfch Verdier, in
’c Italiaanfch Verd'one, vindt men meeft gebrui«
kelyk. De Franfchen noemen hem ook Bruyan
of Bruant, de Engelfchen Greenfinck, de Duit-
fchets Grémfinch , Hirfchfogel, Rappfogel, enz.
De Sweeden Swenska.
Het is een zeer bekend Europilch Vogeltje,
dat in de Haagen neflelt, leggende zes Eijert-
jes met bloedige Vlakjes befprenkeld. ’t Schynt
als een middelfoort te zyn tuflchen de Kernby-
ters en Geelgorfen, doch heeft den Bek dikker
dan de laatflgemelden. De grootte is omtrent
als een Molch. Het Mannetje verlchilt
merkelyk door zyne Kleuren van het Wyfje.
(21) Kernbyter die groenagtig is , met het Voor. XXI,
hoofd, de Wenkbraauwen , Borfi en B u ik lX S -
geel, de Staart wit getipt.
Dit Indiaanfch Vogeltje noem ik , volgens den
Lasntiee
luteis, Rearicibus lateralibus quaruor baß lufeif.
, Nat. X. Fringilla eadeni. Faun. Suec. 2.02. Chlorit.
G esn. ^ ly. 2^9 Wil l . Orn. 129. R a j . ^ ly. „ -
A lb. ^£y. I. p. S6, T. yS. Frisch. 1. 8. f. >. J
A ldr . Orn. 1. 18. c. x8, 3
(21) Loxia virefcens. Fronte Superciliis Peflore Ab»
«ommeque fiaris , Caud* apice aibo. Jyfi, Nat. X.