II. De roode Kleur heeft aan deezen den naam
A fdeel. geeven van Kardinaal. B risson noemt hem
Hoofd ^e Virginifehe Dikbek, gemeenlyk de gekuifde
stuk. Kardinaal getyteld, Sommigen noemen hem
Kardinaal, de Kaapfcbe, hoewel hy gezegd wordt in Noord-
Amerika te huis vellen, anderen de Indiaanfche;
Seba de roode gekuifde Pappegaay; C harle-
ton de Virginifche Nagtegaal: zeggende, dat
deeze van de Liefhebbers in Kouwtjes gehou.
den wordt, zo wegens de fchoonheid van zyne
Kleur , als de bevalligheid van zyn Gezang.
De grootte is als die van den Kruisbek. Hy is
niet gekuifd, maar z e t, wanneer hy verfchrikt,
de Veeren van het Achterhoofd overend als een
Kuif.
VI. (6 ) Kembyter die zwart i s , hebbende den Kop
JDomintc<*■ en j^eei fo00gr00(i } ge Borjl, Buik en rand
Domini- der Slagpennen wit.
kaan*
Deeze behoort onder de Mofïchen van B ris-
son , die hem de Kardinaal Dominikaan noemt,
gelyk E dwaros, van wien hy wordt afgebeeld.
Men
7. Coccothrauftes rubra. C a t e sb . Car. I, p 38. T. 38.
Frisch. Orn- I. T. 4. f. 1. Coccothrauftes Indica crifta.
ta. A lb. Orn. I. p. 55-. T. 57. & Til T. 61. A ldr. Orn.
1. 16. c. 21. 8f. Pfïttactis criftatus ruber. Seb.
Muf. I. p. 96. T. 6c- f. 4.
(6) Loxfa nigra , Capite Gul'que Coccinels , Pe£tore
Abdomine Retnigumque maraine albis. Chm. Lager fit,
14 Rubicilla Americana, Wilg. Orn- 180 R aj.
Cardinalis Dotninicanus. Eow. ^tv- 127. T, J27.
Gniralivica. Marcgr. Eraf. 211,