ir.
Afdeel.
XL.
Hoofdstuk.
Gevlakte.
PI. XLIII.
3 -
Kleine Bu-
toor of
Woud-
Aapje.
PI.XLIII.
4.
Van C a t e sb y wordt deeze, die ook in Amerika
huisvefl, de kleine Butoor geheten , doch
B risson noemt hem de groene Krabben-eeter.
Hy is niet grooter dan een Hoender-Kuiken,
van boven Goudgroen met eenen weerlchyn
van zuiver Koper, van onderen Kaftanie-bruin;
aan den Keel wit met bruine Vlakken; de Vee-
ren aan ’t onderfte van den Hals zeer fraai en
lang: de Staartpennen als het L y f van boven;
de Bek bruin, van onderen geelagtig: de Booten
grys-bruin.
Een gevlakten groenen Krabben-eeter, die van
’t Eiland Martinique is gekomen , hebben wy
de Afbeelding van ontleend.' Deeze was een
weinig kleiner dan de voorgaande, verfchilien-
de in kleur ook niet zeer veel, uitgenomen de
witte flippen, waar mede de Wieken van boven
getekend waren , gelyk de Figuur uit-
wyft.
Onder de kleine Butooren kan ik hier bekwaam»,
lyk plaatzen die foort van Reiger, welke door
den Heer B risson Blongios getyteld en in Bar-
barie Boo-onk geheten wordt. Dezelve, naam-
ly k , is niet veel grooter dan een Lyfter, en het
zal waarfchynlyk die zyn, welke men, hier te
Lande, wegens zyne kleinheid en geflalte het
Woud-Aapje noemt.- De kleur is van boven
groenagtig zwart, van onderen bleek-vaal; het
boventte van den Hals grys-vaal, naar Kafta-
nie-bmin trekkende. Hy heeft de Vederen onder
aan de Keel zeer lang, de Borft met lang.
V A N t> E R E I G Ë R S. 2IÏ
werpige zwarte Vlakken getekend ; de Staartpennen
groenagtig zwart; den Bek geelagtig
groen , de tip van boven zwart; de Pooten
groenagtig.
Cl6) Reiger met een gladagtigen Kop; het Lyf
van boven roodagtig met dwarfe, van onderen
bleeker, met langwerpige bruine Vlakken.
. Een groote verfcheidenheid van naamen heeft
deeze Vogel, om dat hy gemeen is door geheel
Europa*, ’t welk aanleiding geeft om de
Dieren naar deeze of gene Eigenfchap te noemen.
' By de Ouden is de naam van Ardea Stellami
dat is gefternde Reiger, in gebruik geweeft ,o£
Afterias: miffchien, omdat hy zo fraay geftip-
peld is en gevlakt : doch dé Hedendaagfchen
noemen hem Butio, Botaurus of Butorius, naar
zyn Geluid, ’t welk zeer grof is en eenigermaa-
te zweemt naar ’t loeijen van een Stier. Hief
van is de Franfche naam, Butor, de Engelfche
Bittern of Bittour , en de Nederlandfche, Butoor,
afgeleid. W y noemen hem , egter, ook
wel Roerdomp, naar den Hoogduitfchen naam
Bobr - Drummel of Rohr - frummel, die tevens
ziet
( 1 6 ) Ardea Capife Ixviufculo , fupra teftaceo maculis
iransverfis, fubtus pallidior, maculis oblongis fufcis. Ar.
dea Vertice nigro, Pe&ore pallido maculis longitudina-
libus nigricantibus. Faun. óuec. 154. Ardea Stellaris minor.
Gesn. ~Av. 2 1 5 . Aldr. Orn. 1. 2 0 . C . 1 6 .Wnx.On*.
2 0 7 . T. 5 0 . 52. R aj. 1 0 0 . n. 1 1 . Mars. Vanttb*
5. p. 16. T. 6. A t? . ^Ly. 1. p. ö j. T. 68.
O 2
IJ*
A fdeel*
XL.
Hoofdstuk.
XVI.
Stellaris.
Butoor of
Roerdomp»
PI. XLIII»
Fig. y.
I .D eei. V. Stuk.