Fig. 5. Zwarte Vliegenvanger. W.490
----- 6. Berg-Merel. ■ bl.494
----- 7. Kernbyter van Kanada.’ bl.502
Plaat X L IX . Afbeelding van de
Mosschel , Meezen , Vinken,
enz. tegenover Bladz.505
Fig. i . Afrikaanfche Kcrnbyter, bl.505
----- 2. Senegali. bl.509
----- 3. Gekuifde Coliou. bl.516
----- 4. Het IVeeuwtje, bl.527
----- 5* Poolfche Mees of Hangneftje.
bl. 590
----- 6. Manakyn roodkopjé.' bl.601
— _ 7. DagjlaapofGeitenmelker.i/.615
Deeze Afbeeldingen der Vogelen zyn , even als die
van X voorgaande Stuk , akemaal gebragt op nagenoeg
een vierde van de natuurlyke hoogte en breedte, be-
halven die van de XXXVIIIfte , XLIIfte en XLVIfte
Plaat, welke men genoodzaakt is geweefl: ongevaar de
helft meer te verkleinen.
D R U K F E I L E N .
Bladz. 38, regel 20. Voor geeven’er. Lees geeft men ’er.
-------- 42, regel 12. Voor de Ben. Lees de Bek»
— -----43 , op de kant. V oor Coure-Pieds. Lees Couvre-Pieds
■-------- 149, regel 23. FóorStaartpennen.Lees Pooten.
■—1 196, regel 6, Voor van Padden. Lees van Stinken.
de Padden.
b é s c h r Y V I N G
d e r
d i e r e n ,
T W E E D E A F D - E E L I N G i
D e V O G E L E N .
X XIV. H O O F D S T U K .
De Eigenfchappen der Zwemmende of Water-
Vogelen in ’t algemeen. Hunne menigte iri
’£ Noorden. Plakkaaten omtrent de Vogelkooien
in de Nederlanden.
maak van dit Tweede Stuk der Vo-
f y l § gelen,’t welk het Vyfde van myne Be-
fchryving der Dieren is, een aanvang
met den Derden Rang van L inn^ ds , waar
toe ik ben gevorderd. Deeze Rang bevat de
zodanigen , welker Eigenfchap het is in 't Water
te Zwemmen, en deswegens kunnen zy bil-
lyk begreepen worden onder den Hoofdnaatn
van Zwemvogelen. Hunne Pooten zyn daar
toe op een byzondere wyze gefchikt, de Schep.r
kels platagtig en kort ; de Vingeren o f Totinen
fret een Vlies te famen gevoegd en daarom,
van fommigen , geweid geheten o f gepalmd,
faelk laatfte overeenkomt met het Latynfeh
J, BïÈl, V. cS-tV K„ t “A■ wüoföf