IL twintig Jaaren en daar boven: ’t welk beveiligd
Afdeel. wordc door eene onlangs bygebragte Waaruee-
LXII. ming van een Putter , die twee-en-twintig Jaa-
stuk!’ ren in een Kouwtje heeft geleefd en, op ’t
Tutter, laatffc zyn Vederen verliezende, een Jaar lang
dus kaal doorbragt , zingende en fpringende,
even of hem niets deerde. Na verloop van
dat Jaar begonnen zyne Veertjes weer te groei-
jen, doch hy ftierf van Ouderdom (_*). Hun
gewoone m Leeftyd , in ’t wilde, is egter , zo
men retent, maar vyftien Jaaren.
Aldrovandus geeft onzen Putter den eerden
rang, in fchoonheid., onder de Vogelen, en in
’ t zingen agt hy hem te volgen aan den Nag-
tegaal. Het Mannetje , van de belle Soort,
zingt, inderdaad, zeer lieflyk, en wordt door
de zwarte kleur zyner Vlerken van het Wyfje
onderfcheiden, dat veel flaauwer is van Geluid.
Men vindt eenig verfchil in de Kleuren van dee.
zen Vogel, alzo ’er zyn met een witten, met
een zwarten, als ook met een gedreepten Kop,
en geheel witagtigen, doch de bruinen zyn de
beden, en die genen, inzonderheid, in welken
het roode van den Kop, het zwarte der Wieken
en de geele Band op dezelven, meed af-
•deekt. Voorts zyn ’er witte en geheel [zwarte
Putters, als ook zwarte -met een geelen Kop
en badaard-Putters, uit de paaring met een Ka-
naryvogeltje gefprooten , die de Wieken en
Kop
(*) Efhem. Nat. Curiofor. T. II. Ann. 176*. p. 333«
Kop hebben van den gewoonen Putter, doch jf.
het L y f van onderen geel. Afdeel.
De Didelvinken zyn, fomtyds een foort van
Kwaal, die naar de Vallende Ziekte zweemt, stuk.
onderhevig, en deeze komt hun over uit het Tutter.
eeten van Hennipzaad, o f van een Wormpje in
de Dye. Men kanze, zo wel 'als de Vinken,
tot Spyze gebruiken , en zy worden geagt
Bloedzuiverende en zeer goed te zyn voor een
zwakke Maag.
(10) Vink met de Kop van voor en en de Staart x.
rood , den Buik voit en zwart gegolfd , de
Rug groen. Putter.
Deeze, van E dwards afgebeeld onder den
naam van groene Putter, wordt in China gevonden
, zegt L inNjEüs , doch Brisson z e g t, niet te
weeten waar hy woone. De Portugeezen noemen
hem Maracaxao. Hy heeft byna de grootte
van den Europifchen.
( 1 1 ) Vink met de Staartpennen purper, in de x i.
agterjle helft zwart. ^imandaya,
Deezen heeft B risson onder de MolFchenBengali!
geplaatll en noemt hem gejlippelde Bengali. An-.
de-
(10) Fringilla facie Caudaque robris , Abciomine albo
nigfoqne undaro , Dorfo virjdi. Syjl. Nat. X. Cardueli
affinis viridi*. Edw. 128. T. 128.
(11) Fringilla Re&ricibus purpureis, raedietate poftic»
atris. Syfl. Nat.X. Amandava. A lb. p, 72. T. 77,
I. Dbeu V.Stuk,