II»
A fdeel.
XXV.
Hoofdstuk.
XIX.
Hucephalit
Dik-Kop,
ook de Pooten. Hy onthoudt zig in de zoete
Wateren van Europa.
(19) Eend die witagtig i s , hebbende de Rug-
en Slagpennen zwart * den Kop d ik , van boven
, en onderen met een glanzige kleur van Zyde.
B risson noemt deezen Winter-Eend, om dat
hy zig alleenlyk ’s Winters in Karolina onthoudt:
de Engelfchen geeven ’er den naarrs
van Buffels-Kop Eend aan, wegens de dikte van
zyn Kop, weshalve ik hem Dik-Kop geheten
heb. C a t e sb y hadt ’er den naam van kleine
Eend met een Purperagtigen Kop aan gegeven.
In grootte komt hy tuflchen de Hok-Eenden
en Talingen. De kleur is boven op ’t L y f
wit , ónder zwart. De Kop is van een
glanzige Goud-groene kleur» met een zeer helderen
weerfchyn van blaauw en V io le t, doch
de Wangen, Hals en de dek-Veders van de
Schouderen zyn wit. Ook heeft hy een witte
flreepjin de langte5over zyne Wieken heen.Alle de
Slagpennen zyn zwart, de Staartpennen graauwg
de Bek Loodkleurig, de Pooten rood. Het
W y fje is geheelenal bruin. Men vindt deeze
Eenden ’s Winters in Karolina-
(20) Eend.
(19) Aoas albida, Dorfó Remigibusque nigris, Capife,
ftpra infraque tmnldo Sericeo nitente. fyft. Nat.
Ana3 tmnor, putpureo Capite. Gatesb, Cat. I. p. 95-
3f. 95.
(20) Eend die wit en zwart bont is , met een II.
dikken zwart-groenen K op , hebbende een wit-
te Vlak aan den hoek van den Bek. Hoofdstuk,
By de Ouden (laat deeze bekend onder den x x
haam van Clangula of Kwaker, en fommigen clangula
noemen hem Breed-Bek, Zee- en Duikel-Eend.j^®^ et ‘
De Duitfchers geeven ’er den naam aan van Kobel-
Endte , Straus-Endte o f ook van Weijjer drit
Vogel en Klinger, gelyk de Sweeden hem Kni-
pa of Dopping noemen. By de Italiaanen heet
hy Quattr’ O ch i, om dat de witte Vlakken aan
de hoeken van den Bek hem zig doen vertoo-
nen , als of hy vier Oogen had. De Engelfchen
noemen hem Golden.Eije o f Gulden-Oog, de
Franfchen Garrot.
’t Is een Vogel die keurlyk duikelt , om
Öchulpvifcbjes op te zoeken aan de Stranden van
Europa, doch die ook in de zoete. Wateren gevonden
wordt, neftelende in holle Boomen. Hy
is kleiner dan een gewoone Eend , kort ed
dik van L y f , dik van K o p , die donker o f pur-
peragtig groen is , met Goud-geele Oogkrin-
gen. De Onderhals, Borft en Buik, zyn w it,
gelyk ook de middelfte Slagpennen, de Staartpennen
zwart, als ook de Bek 5 de Pooten
Oranje-kleur.
( 2 1 ) Eend
(20) Anas fligro alboque varia , Capite tiimido nigro-
viridi; fitiu Oris macula alba. Faun. Snee. 100. Ir. Oela
49‘ Clangula. G esn. 119. Alb. ^At>. I, p. 92.x. 96.
Anas plaryrhynchos mas. Ali&. Ornitb. L. 19. c. 42,
WiLL. Ornitb. 282. T. 73. R aj. ^Av. 242,
I. D m , Y. Stwk. D 2