II, eenige verwarring te zyn : dewyl de geen , die
A fdeel. }n Vrankryk Mauvis genoemd wordt, zulk een
LIX. witagtige dreep boven de Oogen heeft, vol-
stuk?* gens Brisson, en volgens LiNNatus.in geenen
d e e le ; daar ondertuflchen deeze de Turdus
muficus, o f Zing-Lyder der Autheuren , moet
zyn , die de gemeene of kleine Lyder is. Voor
’c overige verfchilc de Kleur en Grootte zeer
weinig. Hy zou meer van Infekten dan van
Befiën leeven, maakende zyn Neft van of be-
•ftrykende hetzelve met Kley en daar in zes
groenagtig blaauwe Eijeren leggende, die met
zwarte (lippen zyn getekend. Zyn lieflyk Ge-
zang, in ’t Voorjaar, wanneer hy in de top.
pen der Boomen als de Nagtegaal zit te kwee.
len , zou hem van de anderen onderfcheiden.
Gebruik. Van ouds zyn de Lyfters reeds zeer gewild
geweed onder de Romeinen , die ’er opvoedden
, medten en duur betaalden , gelyk van
V arro en Plutarchus gemeld wordt. Volgens
Horatius is de lekkerheid derzelven on-
/ verbeterlyk. M artialis gaf ’er den eerden
Rang aan, onder de Vogelen, gelyk aan den
Haas onder het viervoetig Wildbraad. Van
fommigen wordt deeze voor den beden gehouden,
van anderen de eerdgemelde, o f ook het
Koperwiekje, dat kleiner is. Zy moeten jong en
vet of wel gevoed zyn , en in de Koude gevangen,
om die uitneemendheid te hebben van Smaak,
welke hun tot Verderking van de Maag, in*
zonderheid by de genen, die van een zwaare
Krank-
Krankheid opgekomen zyn , aanbeveelt. Het II.
Vleefch egter, van fommigen , is wat bitter, ^FDEEL*
i ’t welk miffchien aan het Voedzel, dat zy ge-
bruiken, zal toe te fchryven zyn. stuk.
(5) Lyjl'er die grys is , van cnderen Tzer- „ v-
graauw, met een witte Streep aan de zyden Bengaal.
van den Kop, de Staart aan ’t end rond uit- fche‘
hopende.
Van E dwards wordt deeze, dien B risson
ï Merle de Bengale noemt, bruine Bengaalfche
r Lyder , die niet gevlakt is , geheeten.’ De
; Bengalers noemen hem Banjahbow. Men vindt
hem ook in China, ’t Schynt dat hy mede onder
de Zing-Lyders behoore.
(6) Lyfter die Tzer graauw i s , van onderen vi.
bleeker en gevlakt , de Slagpennen van de „ 0 ör Roodagtige
zelfde Kleur, de Staart aan ’t end rond. Lyfter van
Karolina,
Rode, roodagtige o f Voskleurige Lyder wordt
deeze van^CATESBY geheeten: Brisson noemt
j hem Grive de Caroline, en de Engelfchen, in
j Virginie, geeven ’er den naam van Franfchen
Spot-
(jJ Turdus grifeus , fnbtus ferrugineus , linea alba ad
latera Capitis, Cauda rotundata. Chin. La^erJIr.ii. Tur«
dus fufcus Benghalenfis non maculatus. Edw. Atv. 184.
T. 184. Banjahbove Benghala. AXb. Atv. III. p, 18. T-
19.
(6) Turdus ferrugineus fubtus dilutior, maculatus , Re-
tnigibus unicoloribus , Cauda rotundatL Syft. Nat. X»
Turdus rufus. C atesb. Car. L p. 28. T. a8.
©ESI, Y, Stuk, H h 4