De Kropganzen zyn op de Zwarte Z e e , op,
de daar in uitloopende Rivieren en nabuurige
Mei ren, miflchien ook op de Kaspifche Zee
gemeen. Hier van is he t, dat menze uit Rus-
Pelikaan, land dikwils als eene zeldzaamheid naar Enge-
DeFabel,land gezonden heeft; gelyk Charleton ge-
Sn der06"*'0^*'5 dat er’ zynen tyde, yerfcheidene ip
Jongen met de Koninglyke Diergaarde waren, Het Volk,
verklaard. *dat aaQ die Wateren woont , verzekert, dat
deeze Vogels troepswyze gaan viflchen, beflaan-
de in een halven kring de oppervlakte van een
Meir o f Rivier, en de Viflchen, door het liaan
met hunne Vleugelen op het Water, in een
hoek dryyende , wanneet zy zonder moeite
hunnen Zak of Krop daar mede opvullen, ’t
zy tot hun eigen Voedzel o f ten dienfte van
hunne Jongen. Dit laatfte heeft buiten twyfel
plaats, wanneer zy Jongen hebben, en geeft de
oplofling van den gemelden Fabel. Dewyl hy
zyn fcherpen Bek, ten dien einde, digt aan de
Borft houdt en de Jongen dus uit zyn Krop
ceten geeft,heeft het domme Vo lk , zulks van
verre befchouwende en ziende tevens het Water,
veelal Bloedig door de gekwetfte Viflchen,
daar uitloopen en de Jongen daar mede drenken;
zo heeft hetzelve, zeg i k , van de zaak
onkundig, zig moeten verbeelden, dat de Pelikaan
zyne Jongen voedde met zyn eigen Bloed.
Onder de Eigenfchappen van deezen Vogel ,
die minder ongeloofbaar fchynen., mag men
zyne
B.
Afdeel.
XXX.
Hoofd
stuk.
£yne Langleevendheid tellen , welke hy ge- n.
meen heeft met de Zwaanen en Ganzen. De Afdebi"
Ouden fchryven hem een Leeftyd van taglig
Jaaren toe. In den jaare 1690 werdt ’er op stuk.
de Leidfche Kermis een vertoond, die gezegd Pelikaan.
werdt vyftig Jaaren oud tp zyn , zynde van
Kop en Hals, door Ouderdom, rebels grys geworden.
Anderen willen dat zyn Leeftyd, ge,,
lyk die der Zwaanen, zig over de honderd Jaaren
uit zou ftrekken: doch men i s , hier omtrent,
in ’t onzekere.
A dAnson verhaalt, in zyne Befchryving van Zyn Vifch.
Senegal, dat aldaar geheele Troepen van zo- ^ M e n ^
danige Kropganzen zyn , die op de gemeldefchen.
manier Vifch vangen tot Voedzel voor hun zelf
of voor hunne Jongen. In de Indiën heeft
men een dergelyken Vogel, die ’er gebruikt
wordt om voor de Menfchen te viflchen,
Grand Go fier genaamd. Zeker Dominikaan,
Konfrater van L a b a t , verhaalt, dat hy ’er op
de Weftindifche Eilanden één gezien hadt, die
zo tam was en zodanig afgerigt door de Wilden,
dat deeze Vogel,na rood gemaakt te zyn
met Rocou, des morgens op de Vifchvangfl;
uitging, en des avonds terug kwam met zynen
Zak geladen; waar pit zyne Meefters hem dee-
den overgeeven ’t gene hy te veel hadt, dat
hun tot Spyze ftrekte. Deeze Zak kan zig zodanig
uitrekken, dat ’er, zo fommigen verhaa-
len, eens een Neger Kindje in gevonden zy.
Gemelde Pater berigt ons verfcheide byzon-
I, Deei, V, Stuk, dci>