If, der grootften witagtig. Het Mannetje heeftop
Afdeel, de Bord; een paarfch blaauwagtigen Goud-glans.
LVI- Deeze onthoudt zig in Virgmie, Karolina en
^stuk! de Weftindifche Eilanden.
x x ii (22) D u if met de Staart- en Slagpennen donke„
Mofch”"*' rer9 ^'et -Lyf Purperagtig, den Bek en Poo-
Duif. if« geel,
Allerkleinfte wilde D u if, die van de Brafi-
liaanen Picuipinima geheten wordt, is de naam
, van deeze by Rax: anderen noemenze kleinfte
Tortelduif van Barbados, en de Mexikaanen
geeven ’er den naam aan van Cocotzin of Cocotli.
D e Engelfchen van Jamaika noemenze Ground-
Dove, en de Ingezetenen van St. Domingo witte
Ortolaan. Ik geef ’e r , wegens de kleinte , in
overeenkomt met Columba PaJJerina, den naam
aan van Mofch-Duifje.
Zy fchynen meer de Eigenfchap te hebben
van de Kwartels dan van de Duiven, zittende
gemeenlyk op den Grond om de Kolt te zoe».
ken, en, zo ze van iemand opgejaagd worden,
maaken z y , gelyk de Patryzen, korte Vlugten,
houdende zig by fchoolen o f troepswyze.
Men
(22) Columba Re&ricibus Remigibufque obfcuriaribus,
Corpore Purpurafcante , Roftro Pedibusque flavis. Syfl.
Nat- X. Tuftuf minimus gutratus, Sloan. Jam. II. p,
gof. T. 261. f. 3. C a t e s b - Car. I. p 26. T. 16. Turtur
minimus, Alis maculofis. R aj. 184. n. 2f. Turtur
Barbadenfis minimus. R aj. ^Av. 6 2. n. 5. Will. Orn•
Columba fylveftris minima Brafilienfis. R aj. *Av »
62. n. 6. P i c u i p i n im a . Marcgr, Eraf. 2 0 4 .
Men vindtze in Amerika , tulfchen de Keer» j f
kringen. Afpeeï,.
De grootte is , ongevaar, als die van den Lvr»
gekuifden Leeurik : de Kleur van boven bruin-
Afchgraauw , van onderen Wynagtig rood,
de Keel en Bord zwartagtig bruin gevlakt,
gelyk ook de Slagpennen uitwaards, en aan de
tippen , jnwaards, ros. De Wieken zyn met
bruine Vlakjes getippeld. Het Wyfje is van
onderen bleeker en witagtig,
B risson , die deeze de kleine Amerikaan. Andere
fche Tortel noemt, heeft ook een bruine van Tortedui'
Amerika, die kleiner is dan deeze , doch h e tVCn’
verfchilt niet veel. Beiden waren zy van ’t
Eiland van St. Domingo in 't Kabinet van den
Heer Reaumur gezonden, Uit het zelfde Kabinet
worden nog eenige Tortelduifjes , die
niet grooter dan een Merel zyn , en aan de
Rivier van Senegal huisvesten, als ook eene,
welke de la C a il le aan de Kaap der Goede
Hope insgelyks gevonden heeft, door hem be-
fchreeven en afgebeeld. De Amboineelche,
welke de Heer Graaf van Bentink aan den
Heer Reaumur hadt gefchonken, heeft nage»
poeg de lyvigheid van onze Tortelduiven.