k u i ï l
Hoofdstuk.
II.
Hiaticula,
Piepert.
vonden, en de geftalte is nagenoeg als die vaö
onze Kieviten, hoewel een weinigje grooter.
De kleur is van boven Kaftanie-bruin, van onderen
zwart; aan de Borft naar Violet trekkende
; aan den Buik w it, de Kop groenagtig zwart;
de Wangen, ’t Agterhoofd en de Hals adn de
zyden wit, gelyk ook de Staartpennen, die
zwarte tippen hebben: de Bek zwart, dePoo-
ten bruin*
(2) Plevier met een zwarte Eorjl, het Voorhoofd
zwartagtig wit gebandeerd, de top van
’t Hoofd bruin i de Pooten geeh
De gemeene naam van deezen is Charadrius
o f Hiaticula, om dat hy veel voorkomt, zegt
C harleton , by de openingen der Beeken in
de Rivieren; doch L inn^ us meldt, dat hy
aan de Zee-Oevers in Europa en Amerika gevonden
worde. Hy maakt zyn Neft in de
Rotfen, zegt zelfs B risson , en legt Eijeren die
groenagtig zyn , bruin gevlakt, aan ’t dikke
end geheel bruin. In de Gebergten van Lap.
land ontmoet men hem zeer veel, wordende van
de Laplanders Pago, van de Sweeden Strand-
Pipare of Piepert geheten. De Engelfchen noe-
■ »
men
{2) Charadrius Pectore nlgro, Fronte Migricante fafcio-
la alba, Vertice fufco3 Pedibus luteis. Faun. Suec.
Charadrios f. Hiaticula. A ldrov. Otn. 1. 20. c. Ö7 jonst.
'«'**■ *66. T. 5-3. Will- Orn. 230. T. 57. Raj. ix j,
S loan. Jam.II. p.314T.i69. f.2. ALb, ^ty.1, p. 76. t . Sol
tóen hem Sea-Lark, de Brafiliaanen Matuitui;
zo dit dezelfde is, gelyk Ray verzekert. Afdeel.
Hy is maar weinig grooter dan een Leeurik: XLIIL
zyn kleur is van boven grys-bruin, zo B risson
zegt, van wien hy de kleine gebandeerde Plevier
geheten wordt.
(3) Plevier die bruin is, met het Voorhoofd, Hï.
een band op de Rug en den Buik w it, gelyk £?J™***
ook de zydelingfe Staartpemen wederzyds; Alexao-
de Pooten zwart. dryafche.
Onder den naam van Alexandrynfche wordt
deeze voorgefteld, die door Hasselquist in
Egypte, aan het Kanaal van den N y l, is waargenomen.
(4) Plevier } die zwart gebandeerd is aan de iv.
Borjt, Hals, ’t Voorhoofd en Wangen, als
ook de Staart, die geel is ,■ de Pooten bleek. wer.
Brisson noemt deezen de gebandeerde Virgi-
nifche Plevier, doch de Engelfchen geeven ’er
den naam van Schreeuwer aan, en die van Vir-
ginie noemen hem Kill-Deer.
Hy onthoudt zig in Noord-Amerika. Op St.
Domingo vindt men 00^ een zeer fraay gebandeer
(I) Charadrius fuscus, Fronte, CoIlariqueDorfaü, Ab-
domineque albis , Rectricibus latejalibusurrimque candidis.
Pedibus nigris.Syfi. Hat.X. Charadrius Alexandrinus. HAS.
SELQ; It. 255 n. 30.
(4) Charadrius fasciis Pecroris Colli Frontis Genarutn
que nigris, Cauda lutei fascii nigra , Pedibus pallidis*
J>/?. Nat.X. Pluvialis Vociferus, Catesb. Car.1 D.7 i T-rr
I. Dssi, V. Stuk, 'v 4 '7 •