XL. -
Hoofdstuk.
XIII.
Caerulea.
Blaauwe
Krabben*
eeter.
te hebben van Krabben en andere Schulpvis*
fchen of Zee. Wormen.
De grootte is ongevaar als een Kraay : de
kleur van boven wit en zwart geftreept, van
onderen donker-blaauw ,• de Kop zwartagtig, meteen
Kuif van lange wicte Veeren ; een kaale
groene plek tulfchen de Oogen en den Bek, die
zwart is, de Pooten geel.
Onder de andere Amerikaanfche Krabben-ee-
ters, welken de Heer Brisson befchryft, heeft
de Brafiliaanfche, die Cocoi genoemd wordt,
naauwlyks de grootte van een Duif: een andere
; die ook in Chili wordt gevonden , en op
de Karibifche Eilanden den naam voert van Ja-
loutra, heet by de Franfchen van Guajana Cra-
Cra,en is wat grooter dan een Krabben-eeter,
die van de Philippynfche Eilanden in ’t Kabinet
van den Abt Aubry was gebragt , hebbende
maar de grootte van een jong Hoentje, van boven
Kaftaniebruin met zwartagtige golfjes en
dwarsltreepen , van onderen ro«agcig grys van
kleur: de Bek van boven zwartagtig, van onderen
geel, de Pooten grys bruin.
(13 ) Reiger met het Agterhoofd gekuifd , het
L y f blaauw.
J De
(i j l Ardea Occipite criftato , Corpore cceruleo. Syfl.
Hlat. X. Ardea major grifea criftata , Capite nigro, Ver*
tice & Alis albicantibus, B rown. Jam. 478. Ardea
ccerulea. C a t e s b . Car. I. p. j6. T. 76. Alb. ^ > .5 ,
p. 74. T. 79. S l o a n . Jam. II. p. 314.T.264. i j. Raj.
^Ly. 189.
De Engelfche Schryvers noemen deezen jf.
llaauwe Reiger, èn Edwards zwart-bldauwe; Afdeel;
VT
zo dat K lein hem t’ onregte den naam van xZWCï
Hemelfchblaauwe geeft. De Engelfchen van stuk.
Jamaika noemen hém , zelfs , black öf blëisd
Gaulding, en hy wordt, van B röwne, Lood-’
kleurige Kuif-Reiger getyteld, met een zwarteü
Kop , die wit getopt ifi De groötte onder-
fcheidt hem van de Reigers genoegzaam ; de-
wyl hy t o groot niet is als een Kraay. Beide
deeze laadde Soorten worden in Noord-Ameri-
ka gevonden, zegt L in m u s ;
(14) Reiger met het Agterhoofd eenigermaate ^*7*
gekuifd , de Rug grys geftreept , de Hals Geftreeptë.
van onderen Roejikleurig, de Slagpennen van
den tweeden rang aan de tippen wit;
De Heer Rolander heeft deèzen te Suriname
waargenomen en dus befchreeven. Dé
top van ’t Hoofd is zwart, met een Kuifje in
dé Nek. De Slagpennen zyn bruin, en dievaiï
den tweeden rang alleen aan de tippen wit ge^
rand.
(15 ) Reiger met het Agterhoofd eenigermaate xv.
gekuifd, de Rug groen, de Borjt rosagtig, Groent
Van Krabber?*'
(14) Ardéa Occipite iuberidato , Dorfo cano ftriaro, èeter.
CölJo fubtus ferrugineö, Remigibus fecundariis apice al-
bis. Rolander.
(1^) Ardea Occipite fuberiftato, Dorfo virldi, Pedïore.
rufefcente. Syfl. Nat. X. Ardéa Stèllaris minor. S i o a m .
Jam. 3. p.,3iy. T 263. Raj. *A>. 119. n. 2. G*+'l*#*
Car. 1. p. 80. T. 80.
I, P eki„ Y, Sruife O