II. rer heeft, hoewel zy ook, over ’t geheel, blee-
A fdeel. ],er js>
Hoofo- Nog twee andere Waterhoentjes heeft B ris-
stuk. son,* waar van de eene kleiner, de andere groo-
ter is dan deeze. De kleine wordt in Vrankryk,
de groote by Bononie , in Italië , gevonden;
alwaar de Ingezetenen ’er den naam van Por-
zana aan geeven. Ik geloof dat men ze , op ’t
hoogft, als Verfcheidenheden kan aanmerken van
deeze Soort.
III (3 ) Waterhoen met het Voorhoofd kaal, het
Torphyrio. J_yf Violetkkur, de Vingeren eenvoudig.
Poule Sul*
tane* Deeze Vogel wordt van de Ouden befchreeven
onder den naam van Porphyrio, die van de
Kleur afkomftig is; doch men noemt hem, hedendaags,
gemeenlyk Poule Sultane. De Spaan-
fchen geeven er den naam aan van Telamon;
de Mexikaanen noemen hem Quachilton en fom-
migen Tacaciutli. In Duitfchland wordt h y ,
niet oneigen, Purpervogel geheeten.
Met weinig zekerheid fprak men nog onlangs
van den Porphyrio, dien G esnerus en Aedro- '
vandus bekennen nooit gezien te hebben, en
R ay twyfelde o f 5er zulk een Vogel ware.
De Heer Perrault verzekert, ondertuflchen,
dat
( ,) Fulica Fronte calva , Corpore violaceo , Digiti*
fimplicibus. Syff. Wat. X. Fulica tnajor, pulla. Fronte
Cera coccinea oblongo- quadrata. Brown. jam. 479.
Porphyrio. A lb. ^Ay. III. p. 79. T 84. R a j . ^Ay-
o. 13. Edw *Ay. 87. T. 87. Dodart. III. p.
dat de thans bekende Poule Sultane die Vogel
zy , waar van de Schoonheid door de Ouden
zeer geroemd werdt en gebruikt tot verliering
van hunne Tempels en Paleizen. Men vindt
hem zo wel in Ooltindie, als in Zuid-Amerika,
zynde ’er van Cayenne aan den Heer Reaumur.
gezonden.
De grootte is ongevaar als die van een Hoen;
doch de geftalte zweemt meer naar een Gans*
Hy heeft den Bek Kegelvormig, dik en aan de
zyden plat; een kaale plek op ’t Voorhoofd,
die donker-rood is. De kleur is van boven don-
ker.groen, van onderen , gelyk ook de Kop en
Hals, glanzig Violet; de Keel blaauwagtig; de
Staartpennen donker-groen, doch de Stuit wit.
De Bek is rood gelyk ook de Pooten, welker
Vingeren t’eenemaal zonder Vliezen zyn.
Plinius meldt , dat de Porphyrio , gelyk de
Pappegaaijen, het Keten met zyne Pooten aan
den Bek brengt. Sommigen der Ouden hebben
hem blaauw genoemd, anderen groen. Men
vindt ’er in Amerika één, die van den voor-
gaanden alleen verfchilt, doordien hy den Kop
zwart heeft. Een is ’er aan Reaumur gezonden,
van even de zelfde kleur, doch niet groo-
ter dan een Poelfnep zynde; als ook een groene,
van onderen wit, met de kaale plek op den Kop
geelagtig , zo wel als de Kop en Pooten.
Behalve deeze Amerikaanfche heeft Brisson
in dit Geflagt van Vogelen verfcheide Europi-
fchen gebragt: naamelyk, een bruinePoule Suita-
I. Dia, Y. S t u k . S 2 ne ,
II.
Afdeel.
XLVI.
Hoofdstuk.
Poule
Sultane.