II. in het overige des Jaars geleverd werden één
A fdeel. ,je Leverantie, als voorheen, ge-
Hoofd- by zeftien ftuks te gelyk' (*). In ’t
stuk. . Joodfche Land werden , oudtyds, twee Mofch-
Atofeh. jes voor een Penninkske verkogt.
Eigenfchap- Omtrent de Eigenfchappen deezer Vogelen
komt , in de eerfte plaats , derzelver geilheid
in aanmerking, die zo groot is , dat het Wyfje
van het Mannetje zeer dikwils getreedeu wordt.
A ldrovandus zegt , dat hy een Mannetjes
Mofch twintigmaal in een Uur zyn Wyfje heeft
zien treeden, en dat die zulks nog meer zou
gedaan hebben , Jndien het Wyfje niet van
.plaats veranderd ware. Als verfcheide Man*
netjes een Wyfje vervolgen, zo verweert zy zig
met by ten en doet dit zo vinnig, dat fommigen
neervallen en leggen blyven, wordende dus van
de Katten betrapt. Z y maaken een onder-
fcheiden Geluid, zo in het Paaren, als in het
Vegten, en ook, naar ’t fchynt, om de Jongen
te waarfchouwen , wanneer ’er een Vyand op
handen is; ’t welk de oorzaak moet zyn, dat
de Jongen, zo dra zy vliegen kunnen, reeds den
genen, die hun grypen wil, tragten te ontvlug-
ten. Men kan hun ëgter gemakkelyker in Netten
, Knippen o f met Lymflokjes vangen en
fchieten, dan de oude Mofichen, die zeer flim
zyn om ’t gevaar te ontwyken. Egter laaten
de
(*) Zie Nt&trl, Jaarboeken , van Maart 1762. bladz.
248.
de Jongen zig zeer gemakkelyk gewennen, dat ir.
den Kinderen bekend is , en de Ouden zelfs Afdeel,
munten uit, in gemeenzaamheid met den Menfch.
Behalven allerley Soort van Graan en Zaad, stuk.
Kruimpjes Brood en dergelyken , eeten zy Mofch,
Vrugten en veelerley Infekten , inzonderheid
Spinnekoppen en Wormen,ook Byën en Wespen.
Men wil dat zy zelfs de jonge Duiven om ’t
leven brengen, door ze den Krop op te byten,
om het gene ’er in is te eeten. Sommigen hebben
gemeld dat de Mannetjes maar twee Jaaren
leefden , van wegen hunne geilheid, en in ’t
wilde kah dit waar z y n ; maar in Kouwtjes heeft
men ’e r , zo Mannetjes als Wyfjes , tot agt
Jaaren lang gehouden, en anderen zeggen, dat
hunne Leeftyd negen o f tien Jaaren is.
De geftalte*en grootte der Mofichen is ieder- Verfchei-
° denheden.
een bekend. De Mannetjes zyn grooter dan de
Wyfje s, en verfchillen ook een weinig van de-
zelven in Kleur. Men vindt ’er enkelden die
geheel Sneeuw-wit zyn, komende uit de ge-
meene Mofichen voort, gelyk de zwarte Lam*
meren uit witte Schaapen o f blanke Negers uit
de zwarten; doch ’t Geval is niet minder zeldzaam.
Hedendaagfche Schryvers verzekeren,
dat z y , in een Neft van v y f Jongen, twee witten
gevonden hebben , d ie , nu zeven o f agt
Jaaren geleeden, nog leefden (*). Ook worden
(*) Suite de ia Mat. Medicale do Geqffroy, Paris
E7yd, Tom. III. p. 355.
I. Deel. V. St»k,