76 B e s c h r y v i n s
II. dat ’er de Netten bekwaamlyk onder geworpen
A fdeel. kunnen worden. Hoe donkerer het daar binnen
XXVI. Zy } hoe beter. Men legt ’er Fuiken in, die
stukD~ van Wilgen- Hazelnooten- of Jeneverboomen-
Takken vervaardigd, en welker openingen naar
de Wanden zyn gekeerd.
Wanneer de Duiker-Gans, dien men,wegens
zyn vervaard maaken van den Vifch , den. S&ra-
ka o f Scbrikvogd noemt, zig vertoont; wor-
dén de Fuiken gezet, van St. Laurens a f, tot
dat het Ys begint te fchieten: dan neemt menze
op en bewaartze tot het volgende Jaar. On-
gelooflyk is de menigte en verfcheidenheid van
Zee-Vifch, die in zulke Vifchhuizen op vei-
fcheide Plaatfen wordt gevangen.
Inmiddels wordt ’er d e . ui t er ft e voorzigtig-
heid vereifcht, om deeze Vogelen, die niet alleen
den Vifch verfchrikken, maar zelf ook
zeer fchrikagtig zyn, niet te Itooren of te ver-
jaagen. Om die reden vermydt men alle geraas,
van Schieten en ’t uitwerpen van Netten,
komende ook niet aan het Vifchhuis om de
Fuiken te ledigen, dan des avonds, o f over
. dag, wanneer de Vogelen vertrokken zyn; en
men doet zulks beft om den anderen dag. Die
zulk een Vifchhuis bezit, heeft ’er genoeg aan
tot Winter-Voorraad; dewyl hy ’er twee o f drie
Tonnen gezoute Vifch door kan bekomen.
Indien ’er geen plaats is , daar de Vifch zig
verfchuilen kan, zo gaftereeren de Duiker-
Ganzen, wanneer zy een groote menigte Vifch
by
d e r Z a a g e e k r e n ., *7
I by een gedreeven hebben, op eene lullige wy- ‘n.
I ze. Dikwils worden zy over den Buit oneenig, A fdeel.
K en fcheuren malkander de Viflchen uit den Bek.
1 De Jongen moeten doorgaans de Ouden de stuk.
1 voorkeur laaten, om dat zy niet zo behendig
■ noch zo gaauw in ’t vangen zyn. Als zy allen
■ hunne Maag wel gevuld hebben, zwemmen zy
w zagtelyk naar de diepte te rug. Op zulk een
Iw y z e ftormen zy den geheelen Herfft door,
■1 voornaamelyk als het Wolkige en Sneeuwige
■ dagen zyn, tot dat alles met Ys bezet raakt.
«Menigmaal Hellen zy hunne Viflchery aan, e-
■ ven als men een Zegen uitwerpt, en hebben
Snog meer manieren, om den Vifch magtig te
Bworden, die niet minder aardig z y n ; zo dat
■ een vernuftig Aanfchouwer zig niet genoeg over
■ hunne behendigheid kan verwonderen.
Behalve den Vifchvangft zyn de Duiker-Gan-
■ zen ook wegens hunne Vederen en Vleefch van
igroote nuttigheid. Men vangtze, des Voór-
Mjaars, in de Sweedfche Scheeren, met Netten
■ en Schietgeweer in groote menigte: men zoutig
e in, droogt enrooktze, even als andere Wa-
Itervogelen.
I m (4) Zaagbek met een neerhangende Kuif, mn iv.
onderen zwart, het Lighaam w i t , de Rug
. 6 i ö Witte Non.
zwart, de Wieken bont. Pi.xxxvil.
De%*2.
I (4) Mergus, crifta dependente fubtus nigrÉt, Corpore
ijplbo, Dorfonigro, Alis variegatis. o)i/?.IV4r.X. MergusTi-
Itotis. HassELq. her. 268. Mergus major cirrhatus. Raj.
■ K1'* ï 3ï ' Serraror minimus, Capite niveo, Cervice Genis-
I ï* £>eei. V. Stuk, quo