ff.
A fd e e l .
XLT.
H oofds
t u k .
VIÏl.
Fedott.
Tjerk.
De Sneppen zyn wat kleiner dan een Patrys
en lang van Pooten, met den Bek vry lang en
regt. De kleur is, op de Rug, zeer fraay, uit
ros, zwart en Afchgraauw gemengeld: de Bord
en Buik met; bruine dwarsftreepen : de Keel
witagtig: de Staart zwart, doch met de tippen
der Pennen grys , gelyk ook de Pooten,
en de Bek trekt een weinig naar bleek-rood.
Zy geeven een ligt verteerbaar Voedzel, ’t welk
inzonderheid dienftig is voor Menfchen van een
zwak Geftel. Verfcheide fmaakelyke Geregten
worden’er, inVrankryk, van gereed gemaakt.
In de Geneeskunde heeft hunne Afch den naam
van dienftig te zyn tot vergruizing van den
Steen.
Van een Snep die geheel wit is , welke in
Engeland gevangen was , wordt door A lb in
de Afbeelding gegeven : doch L injnleus merkt
aan, dat de kleur een bedrieglyk Kenmerk zy
in dit Geflagt van Vogelen, als veranderende
zeer door Ouderdom en Sexe, uitgenomen die
der Pooten, welke altoos de zelfde is in eene
zelfde Soort.
(8) Snep met een langen regten Bek, de Pooten
bruin, de Slagpennen van den tweeden rang
ros, met bruine flippen.
De
(*> s colopax Roftro recto longo , Pedibus fiifcis»
Remigibus fecundariis rufis piinctatis. Syft. JSTut. X. Fedol
AmerteaDa, Euw. 137. T. 137,
De naam van Fedoa is , by fommfgen , ten
opzigt van de Poelfneppen in gebruik. Deezen
vind ik Tjerk getyteld, E dwards noemt hem
de groote Francolin van Amerika , B risson de
Amerikaanfche roode Poélfnep.
Hy is grooter dan degewoone Poelfneppen,
hebbende het L y f omtrent tien Duimen lang,
den Kop omtrent vier, de Staart twee en een
half Duim. De kleur is van boven rosagtig
bruin , van onderen witagtig , de Wangen en
Keel, benevens een ftreep boven de Oogen, wit:
de Stuit ros met zwarte dwars-flreepen; de Keel
en Borft rosagtig, doch de eerfte met langwerpige
zwarte, de andere met dwarfe bruine Vlakken
getekend : de Staartpennen ros , met zwarte
dwars-ftreepen: de Bek geel, aan ’t end zwart;
de Pooten zwartagtig. Men vindt hem in Noord-
Amerika.
De Heer E dwards heeft een witte Francolin
van de Hudfons-Baay, die van den rooden niet
verfchilt, dan in de kleur van de Pluimagie,
welke over ’t geheele L y f wit is , uitgenomen
dat de randen der Wieken, de groote Slag- en
de Staartpennen geelagtig zyn : de Bek Qranje-
kleur, met een zwarte punt; de Pooten donkerbruin.
: (9) Snep met een regten Bek, die van onderen
rood is aan den wortel, de Pooten groenagtig.
Dee,
(9) Scolopax Roftro recto, Bafi inferioti rubro', Pedibus‘
I. Dïel. V. S t u k . P 3
ÏE
A fdeel
XLI.
H oofds
tu k .
TX.
Glottis.